465 vijandelijke borstwering van deze zijde te beklimmen, toen Veerman's bevel: vooruit jongensnaar de poort aan de achterzijdeben deze poging deed opgeven om den commandant na te snellen. Yoor de poort gekomen, trachtten de beide luitenants haar met hunne sabels te openen, doch het nuttelooze hiervan inziende, greep Hageman een bijl en beukte daarmede zoo geweldig, dat de afslui ting spoedig beloofde te bezwijken, doch op hetzelfde oogenblik kreeg men een moorddadig vuur in den rug van een talrijken vijand, die zich genesteld had in eene versterking, oostwaarts van die waar voor de troep zich thans bevond en van deze door een arm der lagune gescheiden. Yeerman liet dadelijk eenige manschappen front achterwaarts ma ken en deze tweede versterking mede onder vuur nemen, maar toen van de onzen, die hier tusschen twee vuren stonden, kort na elkan der een Inl. sergeant, de luitenant Veerman, een Eur. sergeant en een Eur. fuselier sneuvelden, ontstond er een algemeene drang om dit sterk bedreigde punt te verlaten en verzamelden de overblijven den zich dan ook, tegenover de naar het Westen gekeerde zijde der versterking, waar zij het vuurgevecht tegen den nog steeds daar binnen opgestelden vijand opnieuw openden. Doch niet allen hebben de gevaarlijke standplaats verlaten. Voor de noodlottige poort toch zien wij den luitenant Hageman staan en naast hem den Eur. fus. Schirmer N°. 15053 en den reeds genoem den fuselier Buijs N°. 14747, de lijken omringende van hunne gevallen kameraden. Hageman, dadelijk na Veerman's dood het commando op zich nemende, heeft begrepen dat onder deze omstandigheden van verdere pogingen tot vermeestering moet worden afgezien. Hij zal zich dan ook dadelijk bij de andere manschappen voegen om den terugtocht te leiden, doch eerst moet het lijk van Veerman zijn achteruitgebracht. Aan het medevoeren van alle vier ontzielde lichamen kan, helaasmet het oog op het steeds toenemend aantal gewonden, niet worden ge dacht en slechts ééne tandoe werd medegevoerd. Welnu, die worde dan ook thans benut, om het stoffelijk overschot te vervoeren van den aanvoerder, die hier aan het hoofd der zijnen den heldendood

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 480