466 stierf, en den korporaal Lange toeroepende de dwangarbeiders, die met het vervoer der tandoe belast zijn, op te roepen en met hen terug te keeren, blijft Hageman de uitvoering afwachten van het door hem gegeven bevel. Geweldige oogenblikken, en dat onder 's vijands in hevigheid toe nemend vuur! Ook Schirmer en Buijs weten van geen teruggaan, voordat het lijk van hun commandant in veiligheid zal zijn gebracht. Met den man, die thans ontzield aan hunne voeten ligt, die lief en leed zoo lang reeds met hen had gedeeld, die hen nog juist zoo schitterend was voorgegaan, zullen zij in de versterking wederkeeren, en zoo lang hun nog een laatste ademtocht rest, zal den Atjeher de vol doening niet worden geschonken zijn schendende hand te kunnen slaan aan dat stoffelijk omhulsel, dat hun thans nog nader aan het harte ligt. Daar komt Lange eindelijk aan, doch zonder tandoe; de dwang arbeiders hebben die in de lagune geworpen en zijn daarna aan den haal gegaan. Nauwelijks hebben onze beide fuseliers dit gehoord, of zij weten ook wat hun te doen staat. Onmiddellijk staken zij het vuur en het vervoer van Yeerman's lijk zullen zij voor hunne rekening nemen. Terwijl Buijs zich hiertoe heeft gebukt, wordt hij echter door een vijandelijken kogel getroffen, die hem het zitvlak doorboort; niet bij machte den last te torschen, moet hij dien loslaten en met moeite zijn geweer medenemende, wordt hij verplicht om, op handen en voeten kruipende, zich te verwijderen. Doch ook hierdoor wordt Schirmer niet ontmoedigdzijn tegen woordigheid van geest begeeft hem ook thans nog niet; de heilige plicht, dien hij zich heeft opgelegd, zal en ivil hij ook volbrengen; een schampschot treft zijn linkerelleboog; de rechterarm is echter nog sterk en gaaf, en de hand slaande in den kraag van Veerman's jas, sleept hij het lijk uit's vijands vuur en geeft het daarna ter vervoer over aan de kameraden, die tegenover de "Westerface verzameld zijn. Hageman is achtergebleven. Op het punt staande Schirmer te volgen, zinkt hij doodelijk in het hoofd getroffen neer; aan het medevoeren van zijn lijk en ook van dat der andere gevallen kame-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 481