470 zekeren omvang heeft, gaat men met zekerheid op het aangegeven doel af en de kans bestaat om het ook te bereiken. Wanneer daarentegen het verstand het karakter domineert, ver andert men onophoudelijk van inzicht, van plan en van richting, om dat een scherpzinnige geest elk oogenblik de vraagstukken uit een ander oogpunt beschouwt en, tenzij een vaste wil paal en perk stelt aan die wisselingen, blijft men dobberen tusschen die verschillende inzichten, komt men tot geen besluit, geraakt men al verder en ver der van het doel verwijderd om ten slotte het juiste spoor geheel bijster te worden. Die noodzakelijkheid van een het verstand beheerschend karakter wordt voorzeker wel het meest gevoeld door hem, wiens taak het medebrengt te bevelen. Dan toch doet zich herhaaldelijk de drang tot beslissen voor, en dit nu vreest hij het meest, die niet voldoeu- de karakter bezit. Een noodlottige neiging brengt hem er toe om het nemen van een spoedvereischend besluit uit te stellen tot het eindelijk te laat is en de rampspoedigste gevolgen na zich sleept. De nooddwang tot beslissen is daarom het moeilijkste, het meest be zwarende gedeelte der bevelvoering, omdat daarmede de verantwoordelijk heid met haren geheelen nasleep in hare volle zwaarte zich doet gevoelen. Zijn het derhalve zeer hooge eischen, die aan den gezagvoerende zijn gesteld, het verschijnsel dat eene verzameling van individuen, verre van vrienden en magen, verre van hun have en goed en veel al ook met terzijdestelling van persoonlijke belangen, op een enkel bevel van een dier gezagvoerenden zich gewillig en goedsmoeds stort in de grootste gevaren, waar velen hunner zeker weten den dood te zullen vinden; dat verschijnsel wijst op het bestaan van die ge heime roerselen in het menschelijk bewustzijn, welke op het oor logsbedrijf den stempel drukken van het verhevene en waardoor de meening ook volkomen wordt gerechtvaardigd, dat noorlogvoeren is een quaestie van karakter In elk leger is derhalve het karakter der individuen, van de aan voerders in het bijzonder, een onderwerp van zeer hooge beteekenis. Hoe is het met de vorming van het karakter in ons leger en meer in het bijzonder bij onze infanterie gesteld

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 485