476
van den mindere voor den superieur niet krachtiger kan worden
ontwikkeld dan door het streven van den laatste, om mede te gaan
met de denkbeelden van zijn tyd, om steeds de oogen geopend te
hebben voor de met de tijdsomstandigheden steeds wisselende belangen,
voor de nooden en behoeften van den ondergeschikte.
Ik kom terug tot mijn punt van uitgangoorlogvoeren is een
quaestie van karakterdat wil m. a. w. zeggen, dat de waarde van den
krijgsman in hoofdzaak ook behoort te worden beoordeeld naar zijne
karaktereigenschappen.
Of deze waarheid algemeene erkenning vindt in andere legers durf
ik niet te beslissen, maar een feit is het dat van die erkenning in
ons leger al zeer weinig blijkt.
Gelijk ter vaststelling van het leven hiernamaals 's menschen daden
worden opgeteekend in het groote, geheimzinnige boek, waarvan wij
in de kinderjaren hoorden gewagen, zoo wordt, tot het nagaan van
hetgeen de officier nog tijdens zijne omzwervingen in dit tranendal
is of worden kan, gebruik gemaakt van de algemeen bekende con
duitelijsten, waarin het beeld getrouw moet worden weergegeven
van den in- en uitwendigen mensch.
Op enkele punten aan volledigheid niets te wenschen overlatende,
bijv. daar, waar van den beoordeelde soms reeds grijs van baard
en haren de mededeeling niet ontbreekt, dat hij dans en gym
nastiek bemint, prévót is op sabel en korten stok, hand-, recht
lijnig- en situatie-teekent en tal van dergelijke bijzonderheden meer,
waardoor het op die punten aan schakeering dan ook niet ont
breekt, zoo dient daarentegen ook te worden geconstateerd, en zulks
in lijnrechten strijd met hetgeen de natuur ons dienaangaande leert,
dat die schakeering nagenoeg geheel ontbreekt waar het geldt het
karakter der individuen te omschrijven.
Minstens 80°/o toch van ons officierskorps mag er zich op beroemen
flink te zijn, bedaard en zelfstandigzoomede uit een militair oogpunt
beschouwd goed om te gaan met zijne minderenen als nu maar de
overige, lang niet zooveel beteekenende kolommen der conduitelijst
gunstig luiden, is eene dergelijke, door hare algemeenheid nagenoeg
waardelooze omschrijving van het karakter voldoende, om in ons wapen