487
resp. in staande, knielende en liggend-vurende houding; deze
banen leveren dan de maximum bestreken ruimte voor genoemde
doelen op.
Bij de standvastige richting op den voet en eene horizontale vizier
lijn op den grond vinden wij
1°. dat de maximum bestreken ruimte voor staande infanterie wordt
verkregen met de baan van 360.73 M wier toppuntshoogte op 189.03
M. ligt en 1.60009 M. bedraagt;
2°. dat de maximum bestreken ruimte voor knielende infanterie
wordt verkregen met de baan van 306 M., wier toppuntshoogte op
159.53 M. ligt en 1.1001 M. bedraagt;
3°. dat de maximum bestreken ruimte voor liggend-vurende
infanterie wordt verkregen met de baan van 194 M., wier toppunts
hoogte op 99,9 M. ligt en 0.4001 M. bedraagt.
Bij de richting op het midden liggen de mikpunten in eene hori
zontale ljjn, die op zekeren afstand boven den grond is gedacht.
Fandio neemt daarvoor aan
1.— M. boven den grond bij het schieten op staande,
0.60 knielende,
0-20 liggend-
vurende infanterie.
Dientengevolge mogen de toppunten der drie banen, welke de
maximum bestreken ruimte voor genoemde doelen opleveren, resp.
niet méér dan 0.60, 0.50 en 0.20 M. boven de vizierlijn liggen.
Aan deze voorwaarde voldoen de volgende banen
1°. Yoor staande infanterie de baan van 233 M.hare toppunts
hoogte ligt op 120.58 M. van den oorsprong. Daar deze baan echter op
300 M. van den oorsprong reeds 0.982 M. onder de vizierlijn is gedaald,
zoo bedraagt hare maximum bestreken ruimte slechts 300.86 M.
2°. Yoor knielende infanterie de baan van 215 M.hare
toppuntshoogte ligt op 111 M. van den oorsprong, terwijl
de baan op 262.5 M. den grond raaktdus maximum bestreken
ruimte 262.5 M.
3°. Voor liggend-vurende infanterie de baan van 140.75 M.; hare
toppuntshoogte ligt op 72 M. van den oorsprong; de baan raakt op
168 M. den grond, dus maximum bestreken ruimte 168 M,