488
Resumeerende, verkrijgen wij dus
Yoor Infanterie
Maximum bestreken ruimte,
bij de richting op
den voet.
het midden.
staande houding,
knielende
ligg.-vurende
361 M.
306
194
301 M.
262*
168
De richtmethode op den voet levert dus de grootst mogelijke be
streken ruimte op.
Hield men nu alléén rekening met de gemiddelde kogelbaan, dan
zou men bij de richting op den voet de verdeelingen op het vizier
zoodanig moeten inrichten, dat de klep voor de afstanden van 194,
306 en 361 M. kon worden gesteld; terwijl bij de richting op het
midden de klep gesteld moest kunnen worden voor de afstanden van
141, 215 en 233 M.
Alleen dan zou het mogelijk zijn de maximum bestreken ruimte
voor liggend-vurende, knielende en staande infanterie te benuttigen.
Wij weten echter dat, tengevolge van de spreiding, de kogels slechts
zelden de gemiddelde baan volgen, doch dat bij een voldoend aantal
schoten 50 der kogels een hoogere en 50 °/0 een lagere baan dan
de gemiddelde beschrijven. (Zie bijv. fig. 38, Aanhangsel.)
Het is dus zaak zoodanige vizieren te kiezen, dat zoowel de laagste
als de hoogste baan van den spreidingskegel, zoo mogelijk, door het
doel gaan, als dit laatste zich binnen de bestreken ruimte van de
gemiddelde baan bevindt. Het spreekt echter van zelf, dat op den
afstand, waar de gemiddelde baan den grond raakt, slechts directe
tieffers met de bovenste helft van den spreidingskegel verkregen worden.
Om deze reden, ook omdat bij het bundelvuur in den regel het
vizier slechts bij eene vermeerdering of vermindering in afstand van
100 M. behoeft te worden versteld, en eindelijk om bij de verandering
in