39
1. Het juistheidsschot.
2. Het salvovuur op kleine afstanden.
3. Het salvovuur op groote afstanden.
4. Het vuur in verspreide orde, niet boven 300 Meter, met toe
passing van het juistheidsschot, dus op alleenstaande hooge en lage
eenmansschijven (hoofdzakelijk in den aauvallenden vorm).
5. Het gevechtsschieten, niet boven 300 Meter, met toepassing
van enz., als bij 4.
6. Het vuur in verspreide orde ook op grooter afstanden, met
toepassing van raseerend vuur, dat overigens geene juiste richting
behoeft, dus op groote schijven met eu zonder tusschenruimteu (voor
namelijk in den verdedigeuden vorm).
7. Het gevechtsschieten ook op enz.als bij 6.
De oefeningen 6 eu 7 behooren met het rcpeteermechanisme te
worden uitgevoerd, zoodra onze infanterie een repeteerstelsel bezit,
gelijk boven bedoeld is.
Fandio.
Wordt vervolgd.)