500 „gemeen verdient het, in aanmerking genomen de neiging, die elk schut ster heeft, om te hoog te richten, aanbeveling den man op afstanden „beneden de 300 pas op den voet van het doel te doen mikken." Dwazer voorschrift is zeker niet te bedenken. Verlangt men het trefpunt in het midden, dan moet men niet alleen de kennis, maar ook de toepassing der richtregels vorderen, zooals het Duitsche voorschrift van 1887 binnen den afstand van 400 M. zulks voor zijne veertien richtregels doet. Of de man in de hitte van den strijd, juist binnen de grenzen van het werkzaamst geweervuur, zich al die uiteenloopende regels herinneren zal, wordt door vele tactici betwijfeld en door de feiten gelogenstraft; want de voorbeelden zijn talrijk van geweren met te hooge vizieren teruggevonden, en waar de soldaat zijn vizier vergeet, onthoudt hij evenmin een enkelen richtregel. Men mag dus al tevreden zijn, als hij het geweer behoorlijk in den aanslag brengt, dus nog te meer, als hij het doel op de korrel neemt, met andere woordenop den voet van het doel richt. De eenige, te velde bruikbare richtregel is dusaanleggen op den onderkant van het zichtbare gedeelte van het doel. Met dezen practischen richtregel moet dus de opleiding van den soldaat tot veldschutter rekening houden, zooals dan ook in ons schiet- voorschrift geschiedt. Dat ook in andere legers deze practische richtregel niet uit het oog verloren is, moge uit het volgende blijken Het Nederlandsche voorschrift van 1889 bepaalt in 110, dat bij de oefeningen der 2e klasse het mikpunt genomen wordt in het midden van den onderkant der figuur en zegt in de toelichting op die in het aanhangsel: „In de werkelijkheid zal toch doorgaans bij de gezamen lijke vuren altijd op den onderkant van het doel gericht worden." Het Duitsche voorschrift van 1887 zegt in 39„Tot op 400 M. „moet elk schutter zich naar de gegeven regels voor het school- „schieten gedragen. Boven de 400 M. wordt in beginsel de richting „op den voet aangenomen." (Het Duitsche voorschrift kent eene groote uitwerking aan het tirailleurvuur toe en is van meening, dat de soldaat binnen de 400 M. bij dat tirailleurvuur de veertien richtregels zal toepassen, De ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 515