502 Fandio zelfs de elementaire kennis mist, zoowel van de gedaante der kogelbaan en hare bestreken ruimte, als van de spreiding van ons vuurwapen, dan zal aan zijn afkeurend oordeel over het schiet- onderricht volgens het voorschrift van 1888 niet meer waarde wor den gehecht, dan het verdient, en zal evenmin veel vertrouwen wor den gesteld in de methode, welke hij aanbeveelt. Hij moge in zijn opstel stoffen op de ondervinding door hem opgedaan, wij hechten aan die practische ondervinding zonder deugdelijke theoretische ken nis geen waarde, want om goed te kunnen opmerken moet men grondig onderlegd zijn. Bovendien laten de schietoefeningen bij den troep meestal niet toe om met juistheid over de uitwerking van het vuur te oordeelen. Wil men bijv. oordeelen over de uitwerking van een salvovuur, dan moet men zorg dragen, dat de geheele bundel door de schijven wordt opgevangen. Die zulk een bundel eenige malen heeft opgenomen, spreekt niet meer van „gemiddeld mikpunt" en het daarbij behoorend „gewilde trefpunt" op de schijf. Wij achten het een nutteloos werk om de methode van Fandio nog nader te bespreken. Het valt trouwens moeilijk om uit zijn warhoop van denkbeelden in korte trekken te resumeeren, wat hij eigenlijk wil. De lezer oordeele over de volgende bloemlezing: (1) „Het hoofddoel der schietoefeningen is de beoefening van het juist- „heidsschot. (104) „Wijl nu de beoefening van het juistheidsschot op het oog heeft „den schutter in de allereerste plaats een bepaald punt te leeren treffen, „zoo treedt voor den aanvang der oefening als van zelf het gebruik „van de cirkelschijf op den voorgrond. Aan die oefening behoort „eene afzonderlijke klasse, de laagste dus, te worden gewijd. (106) „Wil nu de oefening op de cirkelschijf op alle binnen de grens „van het individueele schot gelegen afstanden met goed gevolg kun- „nen plaats hebben, dan is het noodig het mikpunt op ongeveer het midden van het doel te nemen. (106) „Immer late men den schutter in de laagste klasse individueel „schieten op afstanden, waar het vizier een vizierschot vergunt. (114) „Wel is waar zou kunnen bepaald worden, dat bij het gebruik der cirkel- schijf gericht moet worden op het punt, hetwelk men treffen wil. (106) (1) Wij cursiveerden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 517