515 in het garnizoen 180 en te velde 300 roepijen en een muildier met draagmanden ongeveer 50°/0 meer. De onkosten van het ziekenvervoer per man en per jaar zouden dus in het garnizoen bedragen bij gebruik van doolies 540 roepijen ziekenkarren 100 kameelmanden 90 muildiermanden 135 In weinig gebaande streken en bergterreinen zijn kameelen en karren niet te gebruiken. Maar de colonnes, die daar moeten operee- ren, zijn meestal klein en ambulances, voorzien van doolies en muildier manden, zijn daarvoor voldoende; deze transportmiddelen zijn boven dien gemakkelijk per spoor te vervoeren, hetgeen met kameelen van draagmanden voorzien minder het geval is. De vraag, of de troepentransporttrein zoowel in oorlogs- als vredestijd steeds bij den troep moet zijn ingedeeld en daarbij moet worden beheerd door officieren, tot de korpsen behoorende, is niet altijd eensluidend beantwoord. De ondervinding, zoowel in de Abys- sinische als Afgaansche veldtochten, heeft evenwel afdoende bewezen dat de korpsen en batterijen, die hun eigen trein beheerden, veel be weeglijker waren, beter met den trein overweg konden en minder lastdieren verloren, dan die een trein hadden door de intendance daartoe afgestaan; duidelijk is het evenwel, dat het steeds bij den troep hebben van een trein een dure maatregel is, alleen uitvoerbaar bij korpsen, zooals die van het Punjaub-grensleger, welke steeds in dezelfde streken blijven. Het is duidelijk dat een regiment Britsche infanterie, dat het eene jaar te Calcutta in garnizoen is, het andere jaar ergens in het Himalaya-gebergte, en daarna te Peshawur, geen trein kan onderhouden en meevoeren die overal bruikbaar is. Bereden troepen daarentegen moeten voor hulpdiensten steeds een betrekkelijk groot aantal lastdieren en altijd draagpaarden gebruiken en onder houden; zonder groot bezwaar zou men daarom daarbij een grooter aantal draagpaarden en muildieren kunnen indeelen, verzorgen en onder toezicht houden. Een regiment Britsche infanterie heeft echter in de nabijheid der kazernes geen gelegenheid tot het onderbrengen van treindieren en is met de behandeling niet vertrouwd; het zou

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 530