zoodanig aangewend als door de intendance onder goedkeuring van den korpscommandant bepaald wordt. Alle drijvers, paardenjongens (syces), dooly-dragers en andere vrije bedienden (followers) van den transporttrein moeten geregeld voor zekeren tijd aangeworven en ten laste van den lande van eene goed- koope uniforme kleeding voorzien worden, waarvoor zou kunnen worden volstaan met een roodeu hoofddoek en een khaki kiel met de letters T. S. op een der schouders. De mandoors en opzichters van kameel- en muildierdrijvers en andere voerlieden moeten zooveel mogelijk gepensionneerde militairen of reservisten zijn, die voor dien werkkring geschikt zijn en de bezoldiging daaraan verbonden ontvangen boven hunne andere inkomsten. Wordt in buitengewone omstandigheden, bij gelegenheid van oefeningen, groote marschen, detacheeringen als anderszins, meer dan gewoonlijk van den trein gevergd, dan moet daarin zooveel mogelijk voorzien worden door manschappen van de Inlandsche korpsen tegen betaling eener kleine toelage. Wordt een belangrijk gedeelte van den trein verhuurd aan aannemers of andere burgerpersonen, dan behoort daarbij toezicht te worden uitgeoefend door een Inlandsch officier, onderofficier of soldaat. Ten einde deu troep te gewennen aan het stelselmatig en snel op en afladen der bagage moeten periodiek daarin oefeningen gehouden en daaromtrent rapporten ingediend worden alle rapporten betreffende den jongsten veldtocht wijzen er op, dat over het algemeen de totale onbekendheid van den troep met de behandeling, het op- en afladen van treindieren en voertuigen overal geleid heeft tot tijdverlies, kracht verspilling, belangrijke onkosten en ontijdige vernieling van lastdieren en materieel. Bij zulk een regeling zullen er altijd bij een leger te velde een belangrijk aantal officieren en minderen zijn, die met voldoende onder vinding betreffende den treindienst zijn toegerust. Dit is echter niet voldoende; eeu theoretische behandeling der zaak is eveneens noodig. Daarom moet een handleiding voor den treindienst worden samen gesteld, welke handelt over vervoer te water, per spoor en langs de wegen, over deu dienst der treinofficieren te velde en in het garnizoen, en een beschrijving geeft van alle bij den trein gebezigd wordende vervoermiddelen, met alles wat bij het gebruik op te merken en in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 533