- 520
transportmiddelen, waartegen geen bezwaar kan bestaan, daar het
slechts tijdelijk in de plaatselijke behoefte moet voorzien.
Zooals reeds werd opgemerkt is het niet raadzaam of wel onmo
gelijk olifanten en kameelen per spoor te vervoeren, en daarom moe
ten de parken der mobiele colonnes zooveel mogelijk bestaan uit
muildieren, draagpaarden en lichte karren van uniform model, een
en ander zooveel zulks met de behoefte, ter beoordeeling van den
commandant van het legerkorps, is overeen te brengen.
Alle muildieren, ambulance-materieel, karren, tuigen en draagzadels
moeten eigendom van den lande zijn. Kameelen en draagpaarden kunnen
grootendeels particulier eigendom zijn, maar de drijvers en bewakers
van die dieren moeten worden aangeworven en gedisciplineerd, evenals
dit met drijvers en bewakers van gouvernementsvee het geval is.
De regeling, zooals die bij de korpsen van het Punjaub-grensleger
bestaat, en die het mogelijk maakt al die korpsen dadelijk te mobi-
liseeren, gedeeltelijk uitgerust (in the lightest marching order) of op
de helft hunner sterkte volledig uitgerust te velde te brengen, zal
naar onze opvatting dienen te worden uitgestrekt tot alle troepen,
wier garnizoenen langs de grenzen gelegen zijn, zoodat steeds van
de helft van den benoodigden trein voorzien zou moeten zijn de on-
dervolgende troepenmacht:
6 rijdende en veldbatterijen,
9|- bergbatterijen,
12 Inlandsche cavalerie-regimenten,
8 Europeesche infanterie-
32 Inlandsche
6 sappeur-compagnieën,
gelegerd langs de grenzen van Beluchistan, de Punjaub, Assam en
Burma.
Hiervan zijn reeds 12 infanterie-regimenten, behoorende tot het Pun
jaub-grensleger benevens alle bergbatterijen, in het bezit van den ge
vorderden trein, terwijl de Inlandsche cavalerie-regimenten dadelijk
kunnen gemobiliseerd worden, wanneer slechts voor aanvulling ten
behoeve van het vervoer van reserve-munitie en voor de veldambu-
lances gezorgd wordt. Daarvoor zouden 35 muildieren of draag
paarden noodig zijn, hetgeen met inbegrip van drijvers jaarlijks 5600
v V