540 schen oorlog verhield zich aan Russische zijde het aantal worpen tot het aantal schoten als 31 en nog bleek het aantal worpen on voldoende. Tegen dat boogschot baten geene dekkingen, zooals die te velde kunnen gemaakt wordentegen het zwaarste veldgeschut met zijn gestrekte baan en zijn groot indringingsvermogen (dat niet overschat mag worden: het Duitsche zware veldkanon slaat op 400 M. in zand een trechtertje van 0.5 M. diepte) is de eenvoudigste dekking opgewassen. Alleen onvoldoende of niet-gedekte doelen zijn in ge vaar tegenover de gestrekte banen, die op zulke schoone beginselen van inwendige ballistiek berusten, die zooveel hoofdbrekens hebben gekost aan buskruitfabrikant en geschutgieter en die toch zoo on vermijdelijk hun ondergang provoceerden in de dekkingen, welke zij zelve te voorschijn riepen. Laat vrij het brisante kruit zijne weder-intrede doen in de moderne artillerie; de mortieren zijn daar om het op te nemen. En ten spijt van het theoretische oude kruit zal het brisante nieuwe bus kruit in den artillerie-strijd van mortier contra kanon de overwin ning brengen aan de zijde van den mortier, al ware de mortierbat terij nog zoo zwak en de kanonbatterij nog zoo sterk gedefileerd. Maar er is meer. Brisant kruit in een lang kanon is geen anomalie meer. Het middel is gevonden om den eersten schok der buskruitgassen te paralyseeren en de voortstuwende werking dier gassen te benutten en te beheerschen, waar en wanneer (tijdens de baan van het projec tiel in de ziel) men wil. Dat middel is het volgende. In de kernbuis wordt nabij den (kunstmatigen) stootbodem een verticaal gat geboord, middellijn 1 a 2 cM.; hetzelfde wordt ge- gedaan op circa 30 cM. van het eerste gat; deze 2 gaten worden door een overlangsche gleuf buiten in de kernbuis verbonden; die gleuf vormt, zoodra de mantel is aangebracht, een kanaal dat, door den wand van het kanon heen, de kamer (achter het projectiel) met de ziel (er voor) verbindt. De werking is de volgende. Het schot valt; de initiaalstoot, aan het projectiel gegeven, doet dat projectiel wijken, maar de hevigheid

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 555