EEN BIJDRAGE TOT DE INDISCHE KRIJGSGESCHIEDENIS. Vervolg en slot van blz. 441.) Zijne Excellentie, Sir Samuel Auchmutij door de opgevangene brieven verwittigd zijnde, van het besluit van den Gouverneur Ge neraal Janssens om in plaats van zijne overgeblevene magt te Soe- rabaija te vereenigen dezelve te Samarang te verzamelen en zich op Solo, de Residentie van den Keizer, terug te trekken, had zich met het Fregat de Modesta naar Cheribon begeven en aldaar de verovering van Cheribon vernemende, gaf hij last aan de transportschepen die de troepen tot de attakke van Soerabaija, moesten overbrengen, naar Samarang te stevenen, en zich aldaar te vereenigen. Den 9en September nam den vijand bezit van de Rhede te Sama rang en den Generaal Auchmutij zondt den 10e een officier met voorstel aan den Gouverneur Generaal Janssens om het Eijland Java, bij capitulatie over te geven, doch dit werd gewijgerd. In den nacht maakten de Engelschen zich meester van eenige kanonneer boten, die ter verdediging van den mond der Rivier, aldaar geplaatst waren, maar door de bemanning waren verlaten, uit hoofde men van de verdediging van de stad had afgezien. De vijand dorst echter zijne troepen nog niet ontschepen. In den nacht van den 11 op den 12, ontruimden wij Samarang en werd het Hoofdkwartier naar Oenarang verlegd. Geene maatre gelen hoegenaamd, waren er door de officieren van administratie genomen, om Serondol en Oenarang behoorlijk van levensmiddelen te voorzien maar daarentegen hadden zij zooveel te beter gezorgd, dat er in het huis van het Hoofdkwartier bestemd, aan niets gebrek en alles in overvloed voorhanden was. Zij wilden waarschijnlijk daardoor de goedkeuring, en tot op het laatste oogenblik de gunstbewijzen van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 561