548 zonden, met de officieren van den Generalen staf door hem aangewezen. De Generaal Jumel en de overige krijgsgevangenen gingen naar Bengalen van waar zij naar Engeland overgescheept werden. Aanmerkingen van den schrijver van dit verhaal, betreffende de krijgs- verrigtingen op het Eijland Java, zoowel van de zijde der Engelschen als op die welke het verlies dier Kolonie hebben tengevolge gehad. Als het geoorloofd is eenige aanmerkingen op de wijze waarop Java verdedigd is, te maken, dan schijnt het, dat den Gouverneur Generaal Janssens zich daarbij heeft voorgesteld en tot regel genomen, in alles het tegendeel te doen, wat het vroeger ontworpen plan van defensie van den maarschalk Daendels ten dien aanzien bepaalde of voorschreef. De krijgskundige roem van laatstgenoemde, verdiende echter wel, dat men op zijne inzichten eenige acht sloeg, vooral als men in het oog houdt, dat den Generaal Janssens slechts 2 a 3 maanden op Java was, is het te verwonderen dat laatstgenoemde geen partij heeft getrokken van de ondervinding eens mans, die door zijn verblijf op Java, gedurende verscheidene jaren, niet alleen eene naauwkeurige plaats kennis had verkregen, maar ook het karakter der menschen die hij moest aanvoeren, kende. De Generaal Janssens nam tot regel om den vijand altoos aftewachten, hem nimmer optezoeken en zich steeds eene retraite open te houden. De bevelen die hij ten dezen opzichte gaf, waren algemeen bekenddoch nimmer werd daarbij bepaald, hoe men handelen moest als men overwinnaar wasVer scheidene officieren handelden zonder bevelen, en begingen door hunne verkeerde maatregelen de grootste misslagen. Daarbij werd aan de krijgstucht geene strenge hand gehouden, en eene laakbare toegeYen- heid verbrak alle eenheid, die toch alleen den goeden uitslag van alle krijgsondernemingen kan verzekeren. Het was te Bijswijk, aan de brug van het Hospitaal te Welte vreden en op de post der Marine op den weg van Jacatra dat men de voorposten had moeten plaatsen, en niet bij kampong Balie, welke de vijand kon afsnijden en omgaan, zooals ik in mijn verhaal heb vermeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 563