- 552 daan van het Engelsche Gouvernement beschouwde (hoezeer nog geen Engelsch soldaat zijn land betreden had) hem tevens aanradende zijn voorbeeld te volgen. Indien den Prefect niet dadelijk daartoe be sloot zoude hij met zijne Madureezen overkomen, om alle de Dis tricten van dat gedeelte van Java te verbranden, en dezelve te dwingen zijn voorbeeld te volgen. Hij had echter de tijd niet om zijn voornemen ten uitvoer te brengen, want men bragt de capitu latie en het bevel om Soerabaija en onderhoorige posten aan de Engelschen overtegeven; hetwelk op den 22 September 1811 plaats had. Als de Engelschen te Meester Kornelis inplaats van zich bij den aanval tot het noorderfront te bepalen, tegelijker tijd, de twee brug gen, hadden aangevallen dan zouden zij ons in groote verlegenheid gebragt hebben en ons alle hoop op eene retraite naar Buijtenzorg hebben benomen. Ook is mjjn gevoelen dat onze stelling, zooals dezelve toen was, geen Bombardement van twee uren had kunnen uithouden en wij gedwongen zouden geworden zijn, tot onze bevrijding een wanhopige poging te ondernemen, of de wapenen neer te leggen. De eenige verschoning welke de Engelschen daartegen kunnen in brengen is, dat zij onze beschroomdheid of angstvalligheid ziende daarvan hebben willen voordeel trekken. Dat zij om hunne troepen aan geene verliezen bloot te stellen, en voor de verovering van het overig gedeelte van Java te sparen, niets hebben willen ondernemen, wat ons tot een wanhopigen wederstand had kuunen drijven. Waarom hebben zij, bij hunne aanvallen op het noorderfront, de Slokkan en bij kampong Malaijo, op den 26 Augustus, niet tegelijkertijd de brug bij Rustenburg bezet of afgebroken? Zij wisten toch en konden niet anders vooronderstellen, dan dat onze retraite naar dien kant moest geschieden, ingeval wij werden genoodzaakt het kampement te verlaten. Indien die brug ware afgebroken geworden, dan was onze nederlaag nog volkomender geweest. Het is mogelijk dat zij zoover achter ons geene troepen hebben willen wagen, maar die reden hoezeer eenigzins gegrond, verschoond hen niet, want zij had den als dan het noorder- en zuiderfront te gelijk moeten aanvallen, hetwelk zij zonder gevaar voor de troepen die het zuiderfront aan vielen konden doen, daar zij zich steeds op de Groote Rivier en op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 567