- 555
zaamheid derzelve had verzekerd, dan zoude den vijand niet onop
gemerkt zijn post hebben kunnen naderen. Dit verzuim is te meer
te verwonderen, daar zich bij die voorpost onderscheidene Hoofdoffi
cieren en onder anderen den chef van den algemeenen staf, Alberti
tegenwoordig waren, die van hunne zijde, daarvoor hadden moeten
zorgen, indien den kommandant van die post, hetzij uit gebrek aan
krijgskundig beleid of door achteloosheid de zekerheid derzelve in
gevaar bragt.
Hieruit blijkt al weder hoe noodzakelijk het voor ieder officier is,
om zich niet alleen met de voorschriften van den velddienst bekend
te maken, maar ook steeds te doen opvolgen, daar men dezelve tegen
over een ondernemenden vijand nimmer ongestraft uit het oog verliest.
Het is mij later op Java wel eens voorgekomen, als of in het al
gemeen het onderwijs in den velddienst, bij de korpsen niet genoeg
zaam werd behartigd. Ik weet niet of dit voortkwam, omdat men
het belang daarvan in den oorlog niet genoegzaam besefte, dan of
men dezelve tegen de Inlanders, waartegen men gewoonlijk oorlog
voerde, onuoodig achtte. Ik herinner mij nog eene discussie die ik
in Februari 1818 ten dezen aanzien, met den Kolonel Kommandant
eener mobiele kolonne in het Cheribonsche had, bij welke mij het
kommando der Artillerie was opgedragen. Die kolonne bij Palima-
nang gekampeert was eenige dagen te voren uitgerukt en slaags ge
weest met de muitelingen van Kadongong, en hoewel een dier hoofden
van den opstand daarbij was gesneuveld, had men de muitelingen
dien dag niet uit elkander kunnen drijven.
Onze kolonne trok in het kamp terug, en bleef aldaar om nadere
tijdingen van de bewegingen des vijands af te wachten.
Onze kolonne bestond uit 6 a 700 man met eenige veldstukken
van 3 ffi. Het front van ons kampement was naar den grooten
weg gekeerd; de linkerzijde geleund aan eene kleine Rivier, die ech
ter doorwaadbaar was, de twee overige zijden open, dus van alle
kanten toegankelijk! De Hoofdwacht in het kampement bestond uit
25 a 30 man, door een officier gekommandeerd, welke behalve den
post voor het geweer, vier schildwachten uitzette, namelijk op 100
passen van de twee opene zijden één en bij de Rivier en op den
grooten weg één.