DE VOORLOOPIGE INSTRUCTIE YOOR DEN CHEF
VIN HET WAPEN DER INFANTERIE.
Sedert 1° October des vorigen jaars kan het hoofdwapen yan het
Indische Leger, de Infanterie, zich dan eindelijk verheugen in het
bezit van een eigen Chef, aan wien de belangen van dat wapen uit
sluitend zijn toevertrouwd.
Eindelijk! en met recht; want onbegrijpelijk haast mag het heeten,
dat de vroegere toestand, waarbij de Infanterie gecommandeerd werd
door een groot aantal chefs de Gewestelijk Militaire Commandanten
een toestand, zoozeer in strijd met alle grondbegrippen van militaire
organisatie, zich zoo geruimen tijd heeft kunnen handhaven, niet
tegenstaande tal van bekwame mannen bij herhaling wezen op de vele
en groote nadeelen, die uit zulk een veelhoofdig bestuur voortspruiten,
en met klem en overtuiging op de invoering van een eenhoofdig be
stuur aandrongen. Wel is waar werd somtijds van andere zijde de
meening verkondigd, dat de chef der vroegere IIe Atdeeling van het
Departement van Oorlog, waarbij alle Infanterie-zaken in behandeling
werden genomen, in zekeren zin als chef van het wapen der Infanterie
kon worden beschouwd, maar het onhoudbare dier meening blijkt
voldoende uit de omstandigheid, dat tot die betrekking meermalen
officieren geroepen werden, van andere wapens dan dat der Infanterie
afkomstig. Bovendien behoorden tot de bemoeienis der vroegere II6 Af-
deeling van het Departement van Oorlog tal van onderwerpen, die
met de belangen van het wapen der Infanterie niets uitstaande
hebben, hetgeen ten gevolge had, dat de chef dier Afdeeling slechts
een betrekkelijk klein gedeelte van zijn tijd en werkkrachten aan de
behartiging van zuivere Infanterie-belangen kon wijden. Zelfs al was