572
geëindigd mag worden beschouwd en daarbuiten behoort te worden
voortgezet
Ik schroom niet om de verhandeling van den Heer Beeger een
evenement te noemen voor ons leger en de kennisneming daarvan
allen officieren dringend aan te bevelen, want zij bevat ruime stof tot
ernstige overweging en nadere verwerking.
Ik wensch thans enkele gedachten te openbaren, die bij de lezing
van deze merkwaardige brochure mij voor den geest kwamen.
De Heer Beeger wenscht dat de Regeering zal afzien van elk denk
beeld tot verplaatsing van den zetel des bestuurs, ook zelfs van dat
eener tijdelijke verplaatsing.
Door een der aanwezigen ter vergadering van 19 Dec. a. p. werd
reeds het onhoudbare van dezen eisch in 't licht gesteld en m. i. terecht,
want zou de Heer Beeger werkelijk kunnen meenen, dat van onze
civiele departementen van algemeen bestuur, te Weltevreden gevestigd,
nog arbeid zou kunnen uitgaan, wanneer om het zoo eens te zeg
gende vijand reeds voor de poorten stond? Zou het bovendien
wel te verdedigen, zijn om de civiele ambtenaren op de bureaux aan
oorlogsgevaar bloot te stellen?
Schrijver koestert de vrees, dat, indien thans de tijdelijke ver
plaatsing van den bestuurszetel in oorlogstijd andermaal aan de orde werd
gesteld, met het oog op de kosten, aan zulk eene verplaatsing verbon
den, het defensie-vraagstuk, na verloop van weer eene halve eeuw,
nog even onopgelost zal zijn als het nu is. Die vrees is niet geheel
ongegrond, maar eene daadzaak is het tevens - en ook daarop werd
in de vergadering reeds gewezen in tijd van nood zal die tijdelijke
verplaatsing, al of niet geoorloofd en al of niet voorgeschreven, toch
tot uitvoering komen en zij door niets te weerhouden zijn.
Ik herhaal, hetgeen ik reeds meermalen heb gezegd: „In het
verleden ligt het heden"„Op zondag den 4en Augustus
„1811 verscheen de Engelsche vloot op de reede van Batavia en dit
„was het sein voor den Gouverneur-Generaal Janssens, om zich met
„de personen tot zijn Huis behoorende te begeven naar de versterkte
„legerplaats te Mr. Cornelis, terwijl de ambtenaren van het algemeen