574 ter sprake gebracht, als wel om eens na te gaan hoe men voor het mili tair element de nadeeleu zou kunnen verminderen, welke verbonden zijn aan een door den nood gedwongen verplaatsing van den bestuurszetel. In onze laatste, bij Kon. besl. van 28 Januari 1882 N°. 13, vast gestelde formatie van het leger wordt van een overgang van den vredes- op oorlogsvoet met geen enkel woord melding gemaakt. Van eene mobilisatie, zooals men die verstaat bij de Europeesche legers, bestaande in het onder de wapenen roepen van bans, landweer of reserve, is voor onze krijgsmacht alleen in zooverre sprake, dat daaronder zou moeten worden gerekend het mobiel verklaren van onze schutterijen en het aan 't leger trekken van enkele bestaande Inlandsche hulpkorpsen. De armee zelve, een staand leger vormende, kan men zich, wat mobiliteit betreft, niet anders voorstellen dan ten allen tijde op voet van oorlog te verkeeren en ten aanzien van den eigenlijken troep zijn wij er in de laatste jaren meermalen getuigen van geweest, dat die voorstelling aan de werkelijkheid weinig geweld aandoet. Voor den vreemdeling in het land der zonne, wien deze eigenaardigheid van onze legerorganisatie wordt medegedeeld, die voorts verneemt dat onze troepen niet zijn ondergebracht in kazernesdoch in kampementenwaarbij hij zich als van zelf een vau tijdelijke materialen opgericht officiers- en soldatenlogies voor oogen stelt; die verder hoort dat de bevelen voor het leger worden afgezonden niet van de standplaats van den bevelhebber, doch uit diens hoofdkwartiermet de nu eenmaal aan dit woord verbonden beteekenis van eventueele verplaatsingen in verband met de bewe gingen van het legervoor den vreemdeling, zeg ik, moet het wel den schijn hebben, of men daardoor het begrip van beweegbaarheid voor onze „scbiktste zijn voorgekomen, in het geval dat de Gouverneur-Generaal zich, zonder den „Raad, naar eenig ander gedeelte van het eiland Java moeht begeven." Zie Mr. P. Meijer. Verzameling van Instructiën, Ordonnantiën en Reglementen. Ba tavia ter Landsdrukkerij 18J8. Ter toelichting diene, dat de commissie van het beginsel uitging, dat aan de be trekking van Gouv. Gen., die eener militaire charge zou zijn verbonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 589