578
aan het rijper of wijzer oordeel van den geadresseerdedat men bij
voortduring verklaart eerbiedig en beleefd te zullen zijn en dergelijke
verzekeringen meer. Altegader misbruiken, die n. m. i. hun voort
bestaan enkel danken aan 's menschen ijdelheid, want het „Voorschrift
omtrent de correspondentie", bij de Algemeene Order N°. 11 van
1882 voor het leger van kracht verklaard, bepaalt in art. 6 punt c:
Alle dienstbrieven moeten kort en duidelijk zijnonnoodige pligtple
nging en en uitweidingen vermeden worden
Ik heb me reeds meermalen afgevraagd, wanneer toch eens het
tijdstip zal aanbrekenwaarop men een stipte opvolging zal gaan
eischen van het pas aangehaalde bevel; wanneer ook eens de offi-
cieele wijze, waarop men gewoon is zijne gedachten te uiten, eene
wijze die somwijlen vernederend is voor den schrijver, in ons leger
zal plaats maken voor de ongekunstelde en eenvoudige taal, voort
spruitende uit een eerlijk soldaten-gemoed?
Ik heb me die vraag gesteld, omdat ik de gemoedelijke overtui
ging bezit, dat wij hier te doen hebben met een onderwerp van mo-
reelen invloed. Ik kom dadelijk hierop terug.
Of er een middel bestaat om in de gewoonten verandering te bren
gen? Naar mijn inzien ja en zelfs een zeer eenvoudig middel. Van
hoogerhand namelijk worde gelast, dat voortaan de correspondentie
in den boezem van het leger, zonder schade te mogen doen aan de
duidelijkheid, zooveel en zoo slechts eenigszins mogelijk, gevoerd
behoort te worden in telegrammenstijl.
Die stijl, tot hedeu nog wars van al wat zweemt naar onnoodige
uitweidingen en plichtplegingen, heeft, waar hij diende om de ge
dachten langs telegraphischen weg tot uiting te brengen, voor zooverre
bekend is ook nog nimmer geleid tot noemenswaardige stoornis in
den geregelden gang van zaken.
Ik treed hiermede voor het voetlicht, niet om toe te geven aan een
gril van het oogenblikik heb reeds jaren achtereen ditzelfde denk
beeld gekoesterd en voor mij zei ven het al of niet mogelijke der
verwezenlijking nagegaan. Ik heb tal van officieele brieven vau den meest
uiteenloopenden aard in telegrammenstijl omgezet en ben tot het be
sluit gekomen dat, zonder uadeel voor de duidelijkheid, het quantum
geschreven schrift daardoor tot de helft zou worden teruggebracht