579 en bij langduriger oefening wellicht tot het een dei de deel. Mocht het nemen van een groote proef gewaagd toeschijnen, men beproeve de vereenvoudiging langs anderen weg, en dan verwijs ik naar de verkorte werkwijze (die bij Rapport nl.) tusschen Regeering en Departementen van Algemeen Bestuur, eene werkwijze door een vroeger landvoogd in het leven geroepen, doch die tot dusverre, al thans in den boezem van het leger, slechts schaars heeft kunnen leiden tot erkenning van de waarheid dat „goed voorgaan, ook goed volgen doet." Onze briefwisseling tot dien trap van eenvoud teruggebracht, zou daardoor inderdaad gaan beantwoorden aan de eischen, die in oor logstijd aan de militaire correspondentie moeten worden gesteld. Ge heel in overeenstemming hiermede is het begrip, dat aan het woord Hoofdkwartierverbonden is. Want heden hier en morgen eenige uren verder huizende, op het oogenblik in tenten en een half etmaal later in kamponghutten onder dak gebracht, slechts van het hoogst noodige voorzien voor het voeren van briefwisseling en meestal de nachtelijke uren daatvoor moetende benutten met een bollantaarn of oliepitje als eenig verlichtingsmiddel, behoeft het wel geen nader betoog dat het den bevelhebber en diens staf aan tijd ontbreekt, om van ellenlange epistels kennis te nemen, en bovendien ook aan de gelegenheid, om in gelijken geest te antwoorden. Mocht met behoud van de benaming floofdkwartier" ook de betee- kenis, die dat woord in dezen zin heeft, van hoogerhand erkend en ten volle duidelijk en tastbaar gemaakt worden voor alle lagergeplaatsten op de hiërarchieke ladder, dan zou daardoor n. m. i. een onschatbaar voorrecht aan het leger zijn geschonken. Of nu dit pleidooi moet dienen voor de nog geheel in de lucht hangende mogelijkheid, dat van een werkelijk hoofdkwartier sprake zal moeten zijn P Zeer zeker, doch niet enkel en ook niet in de eerste plaats daarvoor. Is eenmaal de oorlogstoestand ingetreden, dan ligt het voor de hand dat het „Voorschrift voor de correspondentie" slechts opgevolgd zal worden, voor zooverre de omstandigheden het zullen mogelijk maken, maar het pleit ongetwijfeld voor het min of meer gebrekkige van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 594