580
dat voorschrift, dat alleen reeds de nabootsing van den oorlogstoestand
voldoende is, om afwijking van de ter zake gemaakte bepalingen te
bevelen. In het op last van het D. v. O. uitgegeven „Voorschrift tot
het houden van gecombineerde manoeuvres en veldoefeningen in
Augustus 1888" vindt men namelijk in 72 aangegeven
„De schriftelijke behandeling van dienstaangelegenheden moet
„overigens tot het hoogstnoodzakelijke worden beperkt.
„Vorm en stijl van dienstbescheiden moeten zoo eenvoudig en
„beknopt mogelijk zijn, waartoe afwijking van die voorschriften van
„art. 6 der Alg. order N°. 11 van 1882, welke onder deze omstan
digheden te veel bindend zouden zijn, geoorloofd is."
De opmerking mag hier niet achterwege blijven, dat kortheid om
zich uit te drukken niet iedereen gegeven isdaartoe wordt oefening
vereischten zou men derhalve dien eisch op een gegeven oogenblik
onzen troepenaanvoerders willen stellen, dan mag de gelegenheid tot
voorbereiding hun ook niet worden onthouden, willen de bevelhebbers
van den geregelden en goeden gang van zaken in tijd vau nood ver
zekerd zijn.
Doch mijn pleidooi voor eene op eenvoudiger voet geschoeide cor
respondentie heeft in de voornaamste plaats een doel van eenigszins
moreelen aard.
De in rijke mate van het Hoofdkwartier uitgaande schriftelijke ge-
dachtenwisseling heeft naar veler meening een geest in het leven
geroepen, waardoor het hanteeren van het zwaard op den achtergrond
is geschoven voor de vaardige behandeling van pen en potlood.
De ultra's onder hen, die alzoo meenen, spreken vanScribomanie
de meer gematigden van overdreven schrijfzucht in het legeren in
den troep gebruikt men hiervoor een bepaald wanluidend, maar tevens
een meer karakteriseerend woord, dat ik daarom hier wil herhalen,
daar luidt het: „we worden veradministreerd
Die meening mag overdreven zijn, onwaar of ongegrond is zij niet.
De massa schriftelijke arbeid toch, die, behalve door hunne zuiver
administratieve bezigheden, onzen troepenaanvoerders is op de schou
ders gelegd door de vele schriftelijke onderzoeken, het bij- en
aanhouden van staten van verschillenden aard, door de in te dienen
periodieken enz., terwijl het bepaalde sub d van art. 6 der Alg. Order