BOEKAANKONDIGING.
De verovering van Atjeli's groote Missigit;
door J. F. D. Bruinsma, Majoor der Infan
terie van het Ned. O. I. Leger.
(Uitgegeven ten bate van de kinderen van
den dapperen fuselier Overmeiren.)
Sneek. H. Pijttersen Tz.
Bij een terugblik in het verledene treden bij den mensch die weder
waardigheden het duidelijkst voor den geest, welke hem het pijnlijksten
ook die welke hem het aangenaamst getroffen hebben. De „tijd die 't
al verslijt" doet zijn werking ontwaren door zeker dichterlijk waas, dat
de beelden uit vervlogen dagen omgeeft, waardoor zelfs de minder aan
gename herinneringen zich in een zachteren vorm aan het oog vertoonen
en deze gewaarwording neemt toe, naarmate de blik rugwaarts op een
verder achterliggend tijdvak is gevestigd.
Heeft diezelfde werking van tijd en geest haren invloed uitgeoefend op
de pennevrucht van den majoor Bruinsma? Daaraan valt bijna niet te
twijfelen, doch betreuren doen wij het niet en zulks te minder met het
oog op het liefdadige doel, dat hij met de uitgifte van zijn, met zooveel
warmte geschreven schets voorstaat.
Eene aanbeveling behoeft het hier aangekondigde werk niet. Het is
een afdruk van Schrijvers op den 21en Februari 1889 te Breda gehouden
lezing in Krijgswetenschap, en de warme ontvangst, die toenmaals aan
het ten gehoore gebrachte is te beurt gevallen, spreekt meer en beter
dan wij zouden vermogen te doen.
Toch mag een woord van rechtmatige hulde hier niet onthouden wor
den aan den heer J. Hoijnck van Papendrecht, voor de opluistering van
het werk met een vijftal schetsen, die in Indië algemeen de aandacht
hebben getrokken om den stempel van natuurlijkheid, die daarop is gedrukt»
Mocht hij genegen worden bevonden, om nog meermalen zijn tijd en talent