588 Het bestuur wenseht de vereeniging de volgende voorstellen te doen I. Daar het gezegelde bewijs van lidmaatschap van het overleden lid Roux niet in den boedel is aangetroffen en het volgens ingewonnen berichten ook niet in het bezit is van zijne familiebetrekkingen, het overlijden reeds 10 maanden geleden heeft plaats gehad en niemand zich heeft aangemeld als zijnde in het bezit van dat bewijs, zoo stelt het bestuur voor, de uitkeering te doen plaats hebben aan mevrouw Roux in Nederland (zijne moederdaar deze door het lid Roux bij zijn leven aan het bestuur is opgegeven als de persoon, aan wie de uitkeering moest plaats hebben en als zoodanig ook in het register der vereeniging staat ingeschreven. II. Aangezien het gebleken is, dat gezegelde bewijzen bij overlijden van leden, die daarvan in het bezit waren, zoek raken, zoo wordt eene wijziging van artikel 21 wenschelijk geacht, maar het bestuur acht het noodig rechtskundig advies in te winnen, alvorens deze wijziging in eene algemeene vergadering in behandeling te nemen. III. Wenseht het bestuur aan de vereeniging naar aanleiding van artikel 17 van het reglement voor te stellen de contributiënin artikel 16 bedoeld voor de gepensionneerdentot op de helft terug te brengen, ingaande den len Juli 1890, daar het aantal leden thans zoo groot is dat het bedrag van de te innen contributiën de som van 1000 aanmerkelijk overtreft. Ten slotte wenseht het bestuur hierbij den dank te betuigen aan H. H. correspondenten en H. H. officieren der militaire administratie voor de voortdurende behartiging van de belangen onzer vereeniging. In opvolging van artikel 8 van het reglement werden de H. H. Van Vuuren en Van den Brandeler uitgenoodigd de over het jaar 1889 ge voerde administratie te willen verifieeren. Bedoelde commissie stelt in haar rapport van den 16en April 1890 voor, het verslag over het jaar 1889 goed te keuren en het bestuur van de officiersvereeniging van de verantwoordelijkheid voor het gevoerde beheer te ontslaan. Het bestuur betuigt langs dezen weg zijnon dank aan de commissie van verificatie voor de wijze, waarop zij zich van hare taak heeft gekweten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 603