49 halve met hardijzeren (in stede van stalen) projectielen worden uit gevoerd de proeven welke ter voorkoming van „Rohrkrepiren" worden genomen zoomede de geweldproef op de affuit en de bedding en verder alle buizen-proeven kunnen (naar het voorbeeld van den kapitein Oeberg der Zweedsche artillerie) met oud glad of getrokken voor- laadgesehut worden uitgevoerd; de ontsteking geschiedt dan op een afstand en gedekt. Op die wijze wordt niets verloren, wel daaren tegen wordt een schat van nuttige gegevens gewonnen, die ook in ruimen kring vruchten zullen afwerpen. Tactische voordeelen kunnen verkregen worden door in de uitrusting enkele granaten op te nemen, met schietkatoen gevuld, dan wel met springkamfer of met romiet, welke stoffen als springstoffen voor mortierprojectielen gevaarloos zijn geblekende geringheid van den initiaal-stoot bij het afgaan van het schot is blijkbaar daarvan de oorzaak. (1) De Pransche veldartillerie voert tegenwoordig in eiken voorwagen drie meliniet-granaten medehet gebruik der surrogaten van buskruit is alzoo verre van nieuw, er bestaat geen overdreven vrees meer voor, en behalve de sappeurs van alle legers zijn ook de artilleristen van menige natie met hun gebruik vertrouwd. Groote oeconomische, tevens technische voordeelen kunnen worden verkregen door het gieten der ijzeren projectielen met een gat in den bodem, door het verdeelen van de granaatkartets in drie deelen (bodem, stalen huls en kop) en last not least door als geschut- metaal te kiezen: staalhard brons. Dit voert ons als van zelf naar de technische zijde van het vraagstuk. Hoe construeert men bij voorkeur een 15 M. mortier, die aan de eischen van een zwaren veldmortier moet voldoen? Bij de oplossing van deze vraag houden wij rekening met hetgeen Krupp en de mogendheden op het gebied van den 15 cM. mortier heb ben gewrocht. Dan blijkt allereerst, dat op dit gebied niet alleen ver scheidenheid van denkbeelden heerscht in de constructie van mortier, affuit en bedding, maar dan blijkt ook dat omtrent zijn gehruilc (als vesting-, kust-, belegerings-, positie- en veldmortier) de meest verschillende opinies denkbaar en door de toepassing ge- Dl. I, 1890 4 (1) Holzner. Neuere auslandische Verauche,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 60