Merkwaardig is de eindspoed, die slechts 15 kalibers bedraagt, zoo
dat ook bij eene geriDge aanvangssnelheid van het projectiel, zijne
snelle rotatie gewaarborgd blijft; reeds bij eene Vo 200 M. draait
het projectiel in ééne secunde circa 100-maal om zijn lengte-as.
De gewone granaat en de granaatkartets wegen respectievelijk
30.4 en 35 KG.; de laatste bevat 353 kogels; de lading varieert
van 0.61.4 KG. Een stalen torpedo-granaat van bijna 7 dM.
lengte is in beproeving.
De stoel, zwaar 440 KG., draait op de spil eener bedding.
De Nederlandsche 15 cM. mortier is 9.5 dM. lang; hij vuurt
met ladingen buskruit N°. 1 van 0.2 -0.9 KG. onder élevatiën
van 14 55°.
Zijne granaat, van bijna 32 KG., bereikt een dracht van nagenoeg
2500 M.; zij levert hoogstens 40 springstukken.
Zijne granaarkartets, ter zwaarte van 39 KG., bevat 345 kogels.
Bij vervoer van het samenstel (mortier, stoel en bedding) wordt
een as met twee raderen vóór, en een ijzeren raam achter aan de
bedding bevestigd en het aldus ingerichte voertuig met den bele-
geringsvoorwagen verbonden.
De bedding bestaat uit drie balken, verbonden door een onder
ligger en een ijzeren bovenbeslag; dit beslag draagt een horizontale
getande staaf in den vorm van een cirkelboog van 90°, waarboven
op een ijzeren dekstuk van denzelfden vorm een richtschaal is
aangebracht.
Een rondsel, dat door middel van een handwiel daarlangs bewogen
wordt, neemt bij die beweging stoel en mortier mede; aldus wordt met
behulp van bakens de zijdelingsche richting gegeven. De stoel pivo-
teert daarbij om een spil, in 't middelpunt van den getanden boog
op den voet gelegen.
De élevatie wordt door middel van het quadrant gegeven en
onmiddellijk daarop met den opzet overgenomen, daarbij richtende
van een achterwaarts geplaatste baak.
Ondanks de aanwezigheid van eene richtschaal, acht het Hollaud-
sche reglement het alzoo noodig, zoo spoedig mogelijk achter den
mortier een hulprichtpunt te zoeken. Eenmaal grensgeschoten heb-