54
is aangetoond door in 1884 te Palmanora genomen proeven, welker
uitkomsten wij hierboven reeds in 't kort hebben saamgevat.
Hebben wij reeds overtuigend bewezen, hoe wenschelijk het kan
zijn, de indringing bij aanslag te beperken (met name bij het inschie
ten zal dit wenschelijk zijn), zoo kunnen wij thans volstaan met
alleen het middel daartoe aan te geven, namelijkde granaten te
voorzien van een veerkrachtige, dan wel zachte of plastische spits,
bestemd om eerst bij aanslag te vervormen, waarna de granaat een
weerstandbiedeud plat oppervlak van minstens 14 cM. middellijn be
hoort aan te bieden; deze afplatting van de granaat zal in het
meest voorkomende geval, dat zij niet normaal treft het afscham
pen van het projectiel voorkomenbij pantserprojectielen is dit denk
beeld reeds met succes verwezenlijkt.
Aan de kamergranaatkartetswelke bestemd is tegen diepe, onge
dekte, naderende of zich verwijderende doelen, geve men bij voor
keur het maximum aantal kogeltjes (ruim 600). Haar gebruik
zal bij een positie-mortier geen regel zijn.
Die granaatkartets, welke gedekte, dan wel verspreide of zich evenwij
dig aan de vuurlijn bewegende troepen moet bestrijden, zal het best
voldoen, indien men haar van eene centrale lading voorziet, welke,
geholpen door de centrifugaalkracht, kogels van minstens 25 gram
met kracht in het doel werpt
Een kartets worde niet in de uitrusting opgenomende buis, op
nul getempeerd, moet de granaatkartets doen voorzien in het gemis
aan kartetsen. Die buis moet zijn een tijdschokbuis van 1 2 minuut
brandtijd; eene minutieuse bespreking der tijdschokbuizeu tot later
uitstellende, stippen wij hier aan, dat, zoolang geen geschikte bodem
buis gevonden is, de Russische buis ons de beste toeschijnt; het
hoofddenkbeeld van deze vernuftige vinding, namelijk den sasring te
voorzien van twee concentrische saskolommen, werd reeds in 1882
door den kolonel J. H. Meursinge met succes in toepassing gebracht.
De munitie-uitrusting ware nog te vermeerderen met brand- en
lichtkogels, gelijk in het algemeen bij de geheele uitrusting rekening
behoort gehouden te worden met de mogelijkheid van nachtelijk vuur.
De kardoezen, ter zwaarte van 1, 2, 4 en 8 HG\ behooren com
plement-ladingen te vormen; zij moeten er dus op ingericht zjjn, om