57
zijn, worden aangedragen door muildieren, die bij het stelling nemen
in de vuurlinie rukken; elk muildier draagt vijf granaten met de
noodige kardoezen.
De gevechtstrein (bestaande uit acht munitie-draagdieren, een voor-
raadaffuit, vier caissons met lage, platte voorwagenkisten en de hand-
paarden der officieren), onder commando van een officier, plaatst zich in
het gevecht op circa 200 M. gedekt achter en zijdelings van de vuurlinie.
De bagagetrein (vier caissons, twee voorraadwagens, een smids
wagen en de reserve trek- en draagdieren), onder een dienstdoend
officier, stelt zich nog circa 600 M. meer achterwaarts en zijdelings
gedekt op.
Ofschoon tot de bediening van den veldmortier vier man voldoende
zijn, achten wij een getal van zes man verkieslijk, van welke echter
twee voor den munitie-aanvoer zorg dragen. Ten ruwe berekend zal
de batterij dan bestaan uit:
a. Materieel. 4 mortieren, 8 caissons, 2 voorraadwagens, 1 voor-
raadaffuit en 1 smidswagen.
b. Rij-, draag- en trekdieren. 8 officierspaarden, 13 rijpaarden,
90 trek- en 8 draagdieren, 8 reserve-dieren.
c. Personeel. 1 kapitein, 3 luitenants, 1 adjudant-onderofficier, 14
man bereden kader, 8 man onbereden kader, 3 trom
petters, 96 minderen bij de stukken en voertuigen,
20 minderen voor het geleiden der niet-bereden dieren,
5 ziekendragers en oppassers, 9 technische en Mr.
werklieden.
d. Bepakking. 30 °/D granaten, 60 °/0 granaatkartetsen met cen
trale lading, 10 0/o kamergranaatkartetsen, d. i. 120
G., 240 GrKT. en 40 kamer-GKT., totaal 400 ijzeren
en stalen projectielen. Bovendien 66 lichtkogels en
22 brandkogels, totaal-generaal 488 projectielen
deze zijn als volgt geborgen424 ladingen in de
caissons, 24 ladingen bij de stukken en 40 ladingen
bij de draagdieren.
Kardoezen van 1, 2, 4 en 8 HG., complement
ladingen vormende.
Lichtfakkels, flambouwen, seinlichten en vuurpijlen,