EEN TOCHTJE MET HE CEHBERES. Door de welwillendheid van den commandant der zeemacht daartoe in de gelegenheid gesteld, genoot ik met nog een zestal officieren van de verschillende afdeelingen van het Departement van Oorlog het voorrecht, den 19en dezer een tochtje te maken met de Cerberus, de éérste der voor onze koloniën bestemde torpedoboot'eo. Brak 's nachts te voren een hevige regenbui los en bestond dus alle kans dat de voorgenomen tocht in het water zou vallen, ter goeder ure was het droog en liet het zich zelfs aanzien, dat een bewolkte lucht ons reisje zou begunstigen. Ten zeven ure 's morgens te Tandjong Priok komende, vonden wij de Cerberus, commandant de luitenant ter zee der le klasse B. de Groot, in het bassin aldaar stoomklaar liggen, doch duurde het nog ruim een uur vóór zij kon vertrekken, doordien een tweetal aan beide zijden van het bassin gemeerde stoomschepeu hun trossen op dezelfde boei hadden uitgebracht en daarmede het uitstoomen beletten. Na kennismaking met het état-major bestond dus alle gelegenheid de Cerberus van buiten en van binnen op te nemen, en rees bij het aanschouwen van die Coquille de noix", zooals de marine-commandant van Brest ze tijdens haar verblijf aldaar noemde, bij alle oningewij- den voorzeker al dadelijk de gedachte ophoe is het mogelijk, dat zij, in 't ongunstigste jaargetijde uit Vlissingen vertrokken (12 Novem ber), goed en wel in Indië is aangekomen! Geen wonder dan ook, dat diezelfde marine-autoriteit den toen- maligen gezagvoeder G. Groen, die onder een hevigen storm een ganschen nacht bij de zoo beruchte, nabij Brest gelegen rotsen les Pierres noires moest op en neer houden, bij het binnenkomen van de haven toeriepVoila des hommes qui font honneur a leur nation des marins Doch gaan wjj thans aan boord, lezer, om schip, machines, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 70