69 bedoeld, reeds zooveel ontsteltenis teweegbrengt, wat moet bet dan wel geven bij imminent gevaar; als werkelijk eens een catastrophe ons treft zooals het Engelsche leger in den Zoeloe-oorlog bij Isaudhl- wana of, om bij onze eigen geschiedenis te blijven, als de colonne van den kapitein Yan Swieten in 1876 P Wat moet het geven, wanneer een buitenlandsche mogendheid, ten oorlog uitgerust, onze kusten nadert, als reeds in den strijd tegen den inheemschen tegenstander stemmen zich verheffen, om de ach terlijkheid aan te toonen van onze bewapening en op verbetering daarvan aan te dringen. Het was in die dagen van opwinding een goed werk van deu Resident in ruste dat hij zijne Atjeh-balans onder de oogen bracht van de nog steeds in gisting verkeerende gemoederen. Bezadigd in toon en strekking, heeft voorzeker dit waardig geschreven stuk veel bijgedragen om de kalmte te herstellen waar deze, door harts tocht of overdreven vrees beheerscht, voor een wijl de zinnen had verlaten. Doch bij deze hulde aan dien arbeid moet ik het laten, want, hoewel geneigd om in te stemmen met de strekking van des schrijvers betoog: „dat in het oorlogsbedrijf tegen den inheemschen vijand „aan het diplomatiek beleid, gepaard gaande met stugge volharding „en groot geduld, de voorrang behoort te worden gegeven boven ruw „geweld", bewezen kan ik nochtans die meening door het aangevoerde in de Balans geenszins achten. Tot staving van die stelling had moeten zijn bewezen, dat De Brauw in Palembang en Kroesen op Borneo en op Celebes ook zouden hebben gehandeld, zooals zij deden, wanneer zij hadden kunnen beschikken niet over „een handjevol soldaten", maar over een respectabele troe penmacht. Dan had moeten zijn aangetoond, dat het ageeren van generaal Yan der Heijden in de XXII en XXYI Moekims in 1878 en 1879 eene andere strekking had als Kroesen's tocht naar Hanipi in April 1862, welke strekking deze veldoverste zelf weergaf met de woorden„men heeft nu gezien dat ik overal komen kan, waar ik wil, en dat is genoeg." Dan had het onderscheid moeten zijn in 't licht gesteld tusschen Kroesen's: „dit is genoeg" en het ook dooi den schrijver geconstateerde feit. dat generaal Yan der Heijden van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 80