71 het hiervoren gemelde drievoudig woord uitgedrukt, dan verdient, zeg ik, zulk streven alleszins waardecring. De Minister kan er zich dan ook van verzekerd houden, dat hot Gouvernements besluit van 23 Nov. 1889 N°. 32 met onverdeelde toejuiching door het leger is begroet. Moge Zijner Excellence's welwillende bemoeiingen ten deze in 1890 haar loon vinden in ruime aanwerving van Nederlanders voor het Indisch leger. Sprak ik zoo juist van de geringschatting, waaraan de naam „Koloniaal" in het moederland blootstaat, toch doet zich het verblijdend verschijnsel voor, dat die waardeering van lieverlede voor een betere begint plaats te maken. Het schijnt dat het clericaal regime, waaronder men in Nederland verkeert, zijn terugslag op Indië doet en nog zal doen gevoelen. Pleit daarvoor toch dat we tegenwoordig ook zouen van den oorlogs god ter kerke plaats zien nemen in de diakeuen- eu ouderlingen bank, blijkens berichten uit Nederland kunnen wij in den loop van 1890 in deze gewesten zelfs de oprichting verwachten van „militaire tehuizen" door eene vereeniging, die reeds in het moederland ge lijknamige inrichtingen heeft doen verrijzen voor het geestelijk welzijn van den soldaat. Het zal spoedig blijken, of door die oprichting in eene bepaalde behoefte wordt voorzien, doch ik vermeen al dadelijk te moeten be twijfelen, of het wel met de beginselen der oprichters zal strooken om, zooals een der plaatselijke bladen onlangs meende te moeten in over weging geven, die inrichtingen te doen benutten als oefeningslokaal voor militaire zangvereenigingen, die zich niet zoo zeer ten doel stellen gewijde muziek ten gehoore te brengen, als wel vrije Maleische vertalingen van de scheppingen van den bekenden Parijscheu liedjeszanger, lijfdich ter van not' brav' général. De sprong van de Brandewijnsbaai tot de schietschool geleek mij wel wat groot en de overgang van het eerste lid dier samenstelling tot die school wel wat brusque. Toch zal de welwillende lezer,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 82