DE NIEUWE REDACTIE.
Aan het verzoek van de uitgevers van het Indisch Militair Tijdschrift
om, na het aftreden van den kapitein Yan Kootenin diens plaats als
redacteur van dat orgaan op te treden, heb ik eerst na rijp overleg
meenen te mogen voldoen.
Het Tijdschrift beslaat, zoo niet de eenige, dan toch de voornaamste
plaats in de Indische militaire litteratuur en heeft onder mijne voor
gangers steeds aan zijne roeping weten getrouw te blijven.
Het op de tegenwoordige hoogte te houden en aan zijn doel te doen
blijven beantwoorden, ziedaar, de zeer verantwoordelijke taak, die ik
mij, met het aanvaarden der redactie, heb op de schouders gelegd.
Aangezien ik echter overtuigd ben, dat al mijn pogen, om in die
richting nuttig werkzaam te zijn, vruchteloos zal blijken, wanneer mij
de steun van de officieren van het Indisch Leger ontbreekt, zoo spreek
ik hier de hoop uit, dat de medewerking, die aan al de vorige redac
tiën is ten deel gevallen en zeer zeker in de allereerste plaats heeft
bijgedragen, om het bestaan van het Indisch Militair Tijdschrift te ver
zekeren, ook mij niet moge worden onthouden.
Batavia, 1 Januari 1890.
H. P. WILLEMSTIJN.