82
De kampongs Fadoro (1) en Singedeassi gingen niet-alleen
over tot de erkenning van het Nederlandsch oppergezag, maar ver
zochten ook dat het Gouvernement zich blijvend in hare nabijheid
zoude vestigenvoor die vestiging wilden zij tegen matige vergoeding
de bouwstoffen en werklieden leveren. Aanleiding tot een en ander
vonden zij in de vijandschap, waarmede zij steeds ten aanzien der
verdere strandbewoners te kampen haddenzij begrepen dat alleen de
tusschenkomst der Regeering hun rust, en daarmede welvaart, kon
verzekeren.
De civiele gezaghebber, kapitein De Yos, wendde, naar aanlei
ding van Van Swieten's bevelen, met den ambtenaar Nieu-
wenhuisen alle pogingen aan om de goede gezindheid der beide
genoemde staatjes op de daaraan grenzende over te brengen. Dit
gelukte zoo goed dat de hoofden in eene groote vergadering aanna
men alle vijandelijkheden te staken en, bij verdere oneenigheden, de
beslissing van den civielen gezaghebber in te roepen. Inderdaad
gaven zij aan deze goede voornemens ook gevolg; herhaalde malen
werd om de tusschenkomst van kapitein De Vos verzocht, o. a. bij
geschillen tusschen Telok Dalem en Botohosi.
Aldus stonden de zaken, toen in Juli 1855 een Chineesch handelaar,
Baba Ivween, daartoe door kapitein De V os aangespoord, op ver
zoek der hoofden in den omtrek der L ag o en d i-baai, zich met eene
prauw met handelsgoederen daarheen begaf.
Toen Baba Kween zich met het hoofd van Fadoro in een nabij
het strand opgerichte loods bevond ter bespreking van handelszaken,
werden zij plotseling omsingeld door lieden uit de kampongs O r a h i 1 i
en Botohosi, die een 12-tal schoten losten. De radja van Fad or o,
Fata Geho, werd daardoor aan de heup gewond, maar verdedigde
zich zoolang hij kon, waardoor hij zijnen gast de gelegenheid gaf
te ontvluchten. Hij werd eindelijk door de overmacht overweldigd
(1) Deze kampong was met G a 7000 zielen bevolkt; binnen liare omwalling ston
den regelmatig in rijen geplaatste houten huizen met brbede straten. Als alle kam
pongs in Zuid-Ni as was zij op eone steile hoogte aangelegd; de toegang bes'.ond
veelal uit 60 a 80 voet hooge bamboe-ladders.
De bevolking der kampong Singedeassi werd op 4 a 5000 zielen geraamd.