87 Eindelijk, toen de avond reeds begon te vallen, maakte hij een einde aan het gesprek. Hij begreep dat verdere onderhandeling nutteloos was, doch droeg den radja op de zaak nogmaals rijpelijk te overwegen, vergadering te houden en den volgenden avond nader bescheid te zenden. Zijn besluit was intusschen genomen: nu het doel niet dan door machtsvertoon kon worden bereikt, werden den volgenden dag (5 Januari) de troepen ontscheept. Een boodschapper van Orah ili, die den 5en uit naam der radja's nog twee dagen uitstel kwam vragen om vergadering te houden, kreeg ten antwoord, dat, naar 's kapiteins inzien, dat verzoek alleen ten doel had om tijd te winnen, en dat hij alzoo den volgenden dag zelf naar Orahili zoude komen. Hij zou zich dan van de vredelievende gezindheid der radja's kunnen over tuigen, daar hij verlangde dat men den weg naar Orahili bruik baar maken zou. Bij het aanbreken van den dag stelde zich, den 6en Januari, de colonne in beweging. Zij was verdeeld in vier pelotons, waarvan het eerste de voorwacht, het vierde de aehterwacht vormde. Het peloton Inlandsche matrozen, met bijlen en kapmessen gewapend tot. op ruiming van hindernissen, volgde onmiddellijk op de voorwachtde mortier werd tusschen de beide pelotons van den hoofdtroep geplaatst, de bagage achter deze. Van de gesteldheid van Orahili was den onzen weinig bekend; den vorigen dag had men van een paar uitgezonden spionnen ver nomen dat alle toegangen zoo versperd waren, dat aan geen doordringen te denken was; alleen de weg van Fadoro naar Orahili was nog open, maar zou mede onbruikbaar gemaakt worden. Het terrein, dat men moest doorloopen, was bergachtig en dicht met bosch en struikgewas begroeidde wegen bleken slechts voet paden te zijn, waarover de marsch op één gelid moest worden afgelegd. Nadat de colonne zoodanigen weg omstreeks H uur had gevolgd, werd hij aanmerkelijk breeder; maar tegelijkertijd zag men nu en dan ook gewapende Niassers in het struikgewas zich bewegen, die echter geene vijandelijkheden pleegden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 98