88 Eindelijk stootte de spits der voorwacht, bij eene kromming van den weg, op eene uit steenen en klei samengestelde borstwering, waarvoor zich eene coupure in den weg en eene verhakking van een paar boomstammen bevond. Van die borstwering werden de spits en de opdringende voor wacht begroet met een wel onderhouden geweervuur. Terwijl de onzen dit beantwoordden, rukten de matrozen vooruit om de beletselen op te ruimen; maar zij deinsden ijlings terug, toen de vijand tot een aanval scheen te willen overgaan en brachten daardoor een oogenblik verwarring in de voorwacht. Toen deze hersteld was, trok de vijand spoedig voor ons vuur terug; de matrozen ruimden nu de versperring op, en men zette den marsch voort. Maar nauwelijks was men een 50-tal passen verder gevorderd, of men stootte op eene breede piketteering van scherp aangepunte en doornachtige paaltjes, waartusschen randjoes geplant en waarachter wolfskuilen gegraven waren. Achter deze hindernissen, te zamen 10 a 12 M. breed, strekte zich een 2 a 2| M. hooge, ruimschoots van schietgaten voorziene steenen borstwering uit; deze was aan weerszijden door ondoordringbare wildernis begrensd. De breedte van den weg en de gesteldheid van het onmiddellijk daarlangs staand houtgewas maakte het mogelijk, twee pelotons tegenover deze stelling en tirailleur te doen plaats nemen; de Coehoorn-mortier nam positie op den weg. Het vuur des vijands deed zich niet lang wachtenhet was hevig, goed onderhouden en over het algemeen goed gericht. Zij, die niet van geweren voorzien waren, overstelpten de onzen met een dichte hagelbui van steenen. Het geweervuur, van onze zijde geopend, had, daar zich slechts zelden Niassers boven de borstwering vertoonden, weinig uitwerking; de worpen van den Coehoorn-mortier eveneens, daar zij geregeld moesten worden op het gehoor af, naar de plaats waar 's vijands krijgsgeschreeuw vernomen werd. Onze soldaten zagen al spoedig de nadeelen hunner stelling in, en toen weldra eenigen der hunnen gewond werden, werd de ontmoediging duidelijk. De majoor Schwenk nam nu zelf plaats in de tirailleurlinie, waar hij, uitmuntend schutter als hij was, met zijn dubbelloopsjacht-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 99