97 Vereenigde Staten van Noord-Amerika. De nieuwe oorlogsvloot. Den 25en Januari jl. heeft de minister van marine aan den senaat het plan ingediend voor de oprichting eener nieuwe oorlogsvloot, zooals dit door eene daartoe benoemde speciale commissie was ontworpen. Wordt dat voorstel aangenomen, waaraan bijna niet valt te twijfelen, dan zal, binnen een twintigtal jaren, de vloot der Vereenigde Staten van Noord- Amerika eene der sterkste der wereld zijn. Volgens het voorgestelde plan toch zullen worden gebouwd: 10 slagschepen eerste klasse met zware bewapening, ieder van 10000 ton 8 idem eerste klasse met gemiddelde bewapening, ieder van 8000 ton 12 idem tweede klasse met gemiddelde bewapening, ieder van 7100 ton 3 idem derde klasse met zware bewapening van 6300 tot 7500 ton; 5 idem derde klasse met gemiddelde bewapening, ieder van 6000 ton; 6 monitors van 3815 tot 6000 ton, voor havenverdediging; 1 kruiser-monitor van 3800 ton 11 ramschepen, een van 2000 en de overige van 3500 ton 9 gepantserde kruisers, ieder van 6250 ton; 4 kruisers eerste klasse met gepantserd dek, ieder van 7500 ton 10 kruisers eerste klasse met gepantserd dek, ieder van 5400 ton; 12 kruisers tweede klasse met gepantserd dek van 3000 tot 4500 ton; 6 kruisers derde klasse met gepantserd dek van 1700 tot 3190 ton; 10 kanonneerbooten en aviso's van 850 tot 1500 ton; 16 torpedo-kruisers, met inbegrip van de „Vesuvius", ieder van 900 ton; 3 torpedo-depotschepen, ieder van 5000 ton; 101 torpedobooten, ieder van 65 ton; dus totaal 227 oorlogsschepen met een gezamenlijken inhoud van 610035 ton. De kosten worden geraamd op 349.515.000 dollars; onder dit bedrag is echter begrepen 67.965.000 dollars, welke som reeds is uitgegeven voor den aankoop van nog gedeeltelijk in aanbouw zijnde schepen. Voor den aanmaak van 8 slagschepen van 7500 tot 10000 ton, 2 pantserschepen voor kustverdediging, 3 kanonneerbooten en 5 torpedo booten zijn de gelden reeds toegestaan. (Allg. Mil. Zeit. N°. 14 van 1890.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 108