121
Inlanders (Javanen), bekoorende tot het lle Bataljon Infanterie te
Meester Corneüs, de voeten te meten.
Tevens was hem opgedragen te ouderzoeken, in hoever het mogelijk
was, om van de voor Europeanen in voorraad zijnde schoenen partij
te trekken, om daarmede Inlanders te schoeien, zoowel over den
blooten als over den met een kous of sok voorzienen voet.
Bij het daarop gehouden onderzoek bleek al dadelijk, dat de sokken
voor Europeanen niet geschikt waren om door Inlanders gedragen
te worden. Hun over 't algemeen wijd uitstaande teenen maakten
't onmogelijk, de sok geheel en al aan te trekken; steeds bleef aan
de punt een ruimte over, en was 't al mogelijk bij sommigen de sok
geheel en al aan te trekken, dan nog geschiedde dit met zoodanige
uitrekking van het weefsel, dat het aan geen redelijken twijfel onder
hevig is, of de sokken zouden daar ter plaatse spoedig versleten zijn.
Ook bleek voor sommige, met kleine voeten bedeelde individuen
de sok der 3e taille te groot, wat trouwens te verwachten was.
Yoor Inlanders zal dan ook een speciaal model sok vervaardigd
dienen te worden, namelijk zoodanig, dat de punt, die nu recht voor
't midden zit, plaats vindt recht tegenover den grooten teen, zoodat
men voor iederen voet een afzonderlijke sok verkrijgt.
Of aan de vervaardiging van dergelijke sokken technische bezwa
ren verbonden zijn, weten wij niet, terwijl het daaruit voortvloeiende
ongerief van verward raken der verschillende sokken niet groot kan
zijn, indien rechter- en linkersob aan de buitenzijde bijv. van een merk
(het taille nummer) voorzien worden.
Intusschen werd zoo goed en kwaad als 't ging overgegaan tot
het passen der schoenen voor Europeanen systeem Meijer- Weber.
Daartoe werd aan ieder der ter beschikking gestelde 25 manschap
pen de gelegenheid gegeven uit een ruimen voorraad schoenen een
passend paar te kiezen. Daarin werden zij geholpen door het bij
den troep behoorende kader, dat in opdracht had, zich man voor
man te overtuigen, of de schoenen, van welke de drager verklaarde,
dat ze goed zaten, ook werkelijk pasten. Nadat met een en ander
geruime tijd was verloopen, werd door den oudsten onderofficier
gerapporteerd, dat, op een enkele uitzondering na, alle manschappen
van passend schoeisel waren voorzien.