134 dat F. daarop een ontkennend antwoord zou geven. Waarom echter? Veeleer zou men geneigd zijn te antwoorden: zoodra het kapitaal daarin zijn voordeel ziet, lijdt het geen twijfel, of het zal zijn krachten aan de ontwikkeling dier hulpbronnen, hier zoowel als elders, be proeven. Het kapitaal zoekt altijd emplooi en als het zich dus tot nu toe niet gewaagd heeft aan de ontwikkeling der hulpbronnen voor het leger, dan moet daarvoor de reden gezocht worden in de omstandigheden, die tot nu toe het kapitaal verhinderden, om de producten der elders bloeiende bedrijven hier met minder kosten voort te brengen. Zijn die omstandigheden van dien aard, dat zij bij geen mogelijkheid kunnen weggenomen worden, dan is er natuur lijk niets aan te doent maar zoodra dat wel mogelijk is, bijv. door wijziging van wetten, door het toestaan van faciliteiten by de uit oefening van het bedrijf, door het in uitzicht stellen van een gere gelde afname van het product enz., dan bestaat er geen enkele reden, die het kapitaal zal weerhouden „de elders bloeiende bedrijven" concurrentie aan te doen. Waarom eene industrie ergens niet is gevestigd, valt, wanneer daarvoor geen natuurlijke oorzaken bestaan, niet gemakkelijk te zeg gen. Iedere tak heeft zoo zijn eigen oorzaken. Soms is een nietige omstandigheid, soms een persoon in staat den stoot tot de ontwik keling te gevensoms zijn even nietige omstandigheden oorzaak, dat tot nu toe een industrie zich niet heeft ontwikkeld. Waar dus F. al verder de vraag stelt, of men ooit gehoord heeft van pogingen om in Indië lakenfabrieken en katoenspinnerijen op te richten, dan moeten wij daarop ontkennend antwoorden, maar vragen hem wederkeerig, welke oorzaken verhinderden die oprichting? Zoolang die niet bekend zijn, kan men o. i. wel twijfelen aan de mogelijkheid om Indië in deze richting onafhankelijker te maken de wol en katoen zullen wel voorloopig van buiten moeten komen maar zekerheid hebben daaromtrent, neen! En waar hij vraagt, of men ooit gehoord heeft van eenig voornemen om hier inrichtingen te doen verrijzen voor de verwerking van grond stoffen tot geneesmiddelen of tot andere voor het leger onmisbare behoeften, dan betuigen wij gaarne niet vertrouwd te zijn met de geschiedenis der industrie in onze koloniën, maar zouden toch wel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 153