140
alles, wat tot het transportwezen behoort, toelaten en het mogelijk
maken zich een oordeel over den actueelen toestand te vormen.
Het beste is dus dat voorstel op den voet te volgen.
In tien hoofdstukken gesplitst, worden daarin achtereenvolgens de
volgende onderwerpen behandel^.:_
I. Overzicht van het stelsel. II. Grondslagen en algemeene
beginselen. III. Troepentrein. IY. Depots met onderhebbende
detachementen. Y. Formatie op voet van vrede en op voet van
oorlog. VI. Drijvers en bedienden. VII. Kosten van het stelsel.
VIII. Tabellen, aangevende de territoriale indeeling en de formatie
van den trein. IX. Ziekenvervoer. X. Uitgaven in eens.
Kort samengevat, kan als overzicht van het stelsel het volgende
gelden
Het stelsel voorziet de troepen, langs de verschillende grenzen in
garnizoen, en bovendien zekere troepengedeelten, die steeds gereed
moeten zijn om onmiddellijk te worden gemobiliseerd, om plaatselijk
of elders te kunnen optreden, van de helft van den benoodigden trein
overeenkomstig het vastgestelde tarief. De gezamenlijke sterkte dei-
troepenmacht, welke op dien voet haren trein steeds bij den troep
ingedeeld heeft, bedraagt
9i- regimenten Europeesche infanterie j
36 Inlandsche I
Hf cavalerie 46130 combattanten;
15£ veld-en bergbatterijen1
6 compagnieën sappeurs
en beschikt over een trein van;
152 olifanten,
2052 kameelen, w. o. 10-i reserve,
o
6091 muildieren, w. o. 5tU
423 karren voor één trekdier,
18 sirdars (hoofdmandoorsP),
36 mates (mandoors P
924 koelies
jaarlijks kostende 1.352.076 roepijen.
0