- 141 - Alle officieren en minderen van deze troepenmacht moeten in den treindienst geoefend worden. Het geheele rijk is verdeeld in afdeelingen, elk met een depot, waar in tijd van vrede transportparken gevestigd zijn, welke in tijd van oorlog moeten worden uitgebreid. In die depots worden in het geheel onderhouden 448 olifanten, 900 karren voor 2 trekdieren, 920 gehuurde ka- meelen50 karren voor een trekdier, 2000 muildieren, 300 koelies, 1000 draagossen en 6 vaartuigen, jaarlijks kostende 1.084.402 roepijen. In vier van de grootste garnizoenen, nl.Rawalpindi, Meerut, Poona en Bangalore, worden bij de depots periodiek cursussen in den treindienst gegeven, welke worden gevolgd door kleine detachemen ten (officieren en minderen) van alle troepenkorpsen, met uitzondering van de eerstbedoelde; op die wijze wordt een kern gevormd van offi cieren en minderen, met den treindienst volkomen bekend, zoodat bij uitbreiding in tijd van oorlog steeds in de behoefte aan trein officieren kan voorzien worden. Bene macht van 33000 man, nl 10000 man in de Puüjaub, 10000 man v/h leger van Bengalen, 8000 Bombay en 5000 Madras kan met de bestaande middelen worden gemobiliseerd, terwijl de troepen in de grensgarnizoenen alsdan volledig uitgerust blijven. Eveneens kan, zonder die troepen te ontblooten, eene troepenmacht van 13500 man (combattanten) worden gemobiliseerd en overge bracht naar een zeehaven of elders, om te dienen voor een expeditie op een grooten afstand, daarbij alleen gebruik makende van dat gedeelte van den trein, geschikt voor een snel vervoer per spoor of te water. Naar bepaald aangegeven beginselen worden door tusschenkomst van de burgerlijke autoriteiten en dc bureelen van den generalen staf (Quartermaster General's Department) gegevens verzameld en gere gistreerd omtrent de in verschillende streken beschikbare transport-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 160