142
middelen, zoodat in tijd van nood spoedig in de behoefte aan uit
breiding bij de depots zal kunnen worden voorzien.
De geheele treindienst (Transport Branch van het Commissariat
Department) staat onder 1 kolonel, chef (Deputy Commissary Ge
neral, Transport) en telt verder
in Punjaub en Bengalen: 10 officieren en 23 minderen;
in Bombay: 6 officieren en 10 minderen;
in Madras: 4 officieren en 5 minderen;
in het geheel dus 21 officieren en 38 minderen; de laatsten allen
onderofficieren (warrant en non-commissioned officers). Hij kost aan
dit personeel jaarlijks 310.395 roepijen, waarvan voor de officieren
259.815 en voor de minderen 50580 roepijen. Deze officieren en
minderen behooren tot den treindienst en als zoodanig tot de intendance.
Aan jaarlijksch onderhoud voor de gebouwen kost de trein onge
veer 7500 roepijen; voor kleeding is gerekend op 9600 roepijen.
Voor het beheer van en toezicht op den troepentrein is gerekend
op een uitgaaf van 60189 roepijen, en voor pensioenen van drijvers
en ander Inlandsch personeel op 18000 roepijen per jaar.
De uitgaven in eens zullen bedragen 399.365 roepijen, terwijl
de gezamenlijke jaarlijksche onkosten kunnen worden gesteld op
2.842.162 roepijen, makende dit met inbeprip van een post van
657.838 roepijen voor onvoorziene uitgaven een bedrag van 3.500.000
roepijen.
De eischen, waaraan bij het ontwerpen van het stelsel moest wor
den voldaan, en waarnaar dus de grondslagen en algemeene beginselen
vastgesteld en de verdere détailregelingen getroffen zijn, waren in
de eerste plaats, dat de geheele treindienst in vredestijd niet meer
mocht kosten dan 3.500.000 roepijen 'sjaars; dat een gedeelte van
den trein bij den troep zou worden ingedeeld en beheerd (nl. bij
de daarvoor aangewezen korpsen de helft van het benoodigde volgens
tarief), en dat overigens in eenige depots transportparken gevestigd
moesten worden, op vredesvoet zoodanig georganiseerd, dat zij bij
mobilisatie snel konden worden uitgebreid.
Het aantal korpsen, dat van den voorgeschreven troepentrein vast