HET LEGIOEN YAN DEN PANGERAN ADIPATI PAKOE ALAM TE DJOKDJOKARTA. Weinig officieren van het Nederlandsch-Indisch leger kennen het Legioen anders dan bij naam en dewijl ook hier het onbekend maakt onbemind'1'' geldt, heb ik het nuttig geacht, om in dit tijdschrift een apergu te geven van het innerlijke wezen der hierbedoelde krijgsmacht. Velen onzer toch, voor zoover zij nimmer in de Vorstenlanden diendenstellen zich zeer ten onrechte voor, dat het Legioen is een o! de- en bandelooze troep pradjoerits, die, enkele malen in een militair kleed gedost, uit een krijgskundig oogpunt weinig meer beteekent dan een in uniform gekleede troep gewone desalui. Dit dwaalbegrip weg te nemen, is de reden van dit opstel. Het Legioen werd in het jaar 1811 opgericht onder Prins Pakoe Alam I, op verzoek van het toenmalig Engelsch bestuur. Aanvankelijk slechts 100 huzaren sterk en gecommandeerd door officieren, die geen traktement van de Indische Regeering ontvingen, werd het korps in latere tijden gedurig gereorganiseerd. In het jaar 1838 besloot men de sterkte der huzaren tot op de helft te verminderen, doch in compensatie daarvan 100 man infan terie op de been te houden. Om intusschen den Prins, het hoofd van het Legioen, in de meerdere onkosten tegemoet te komen, werd hem eene maandelijksche toelage door het Indisch Gouvernement toegelegd van f 1000 en daarenboven voor kleeding en wapening in 't bijzonder om de 2 jaar eene som van 4000. Bij Gouveruements besluit van 19 Juli 1870 N°. 45 werd de ca va- leriesterkte van 50 op 75, die der infanterie van 100 op 300 man gebracht, totdat een Regeerings besluit van 3 October 1871 N°. 17 de sterktecijfers van de cavalerie en infanterie bepaalde op 25 en 400, de sterkte, welke ook heden ten dage geldt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 181