die tot den 28en Juni 1849 in dat commando werd gehandhaafd.
VaD den overste Kobold, wiens eenige verdienste stellig wel
niet hierin zal gelegen zijn geweest, vinden wij opgeteekend, dat hij
gedurende den tijd, dat hij het 9e Bataljon commandeerde, veel
heeft bijgebracht totde gelijkvormigheid der menagere
keningen
De majoor Croes volgde den overste Kobold op, terwijl den
12en October 1850 de luitenant-kolonel Yeenhuijzen optrad.
Men klaagde toen bitter over de geweren, die, zoo zeide men, op
250 pas afstand geen trefkans moer hadden en buitengemeen zwaar
stootten en voorts over de soldaten zelve, waarvan er velen in de
gelederen waren, die niet waardig moesten zijn gekeurd 'sKonings
uniform te dragen.
Het bataljon had in die dagen eene sterkte van 525 Europea
nen en 275 Amboineezen.
Om in het gedrag van de mindere militairen eenige verbetering
aan te brengen, had de majoor Croes voorgesteld:
1°. Oprichting van recreatiezalen in de kazernes;
2°. Yerkoop van wijn en bier in de cantines tegen uiterst lage
prijzen, zelfs tegen eenig verlies, en
8°. In leen te geven aan elk goed,.oppassend soldaat een stukje
land, om zich er met eenige cultures bezig te houden.
Werd van Croes' opvolger, den overste Veenhuijzen, opge
teekend, dat hij zich bij het korps verdienstelijk maakte door de
oprichting van eene leesbibliotheek in meer statistische richting
scheen zich de opvolger van Veenhuijzen te bewegen, de majoor,
en spoedig daarop luitenant-kolonel Stroo, die van den 21en De
cember 1852 tot den 26en September 1855 het bevel over het
9C Bataljon voerde.
Zoo lezen wij, dat in dat driejarig tijdvak bij eene gemiddelde sterkte
van het bataljon van 427 man: zich slechts 12 onderofficieren en
55 man reëngageerden2071 keeren wegens dronkenschap gestraft
moest worden; 18 soldaten wegens insubordinatie werden veroordeeld
28 man gemiddeld in de 2e klasse van discipline waren4 onder
officieren en 12 korporaals moesten worden gedegradeerd en gemid
deld 40 man, dus iets meer dan 10 °/0, in het hospitaal verpleegd werd.