175 de sagné sclioonveegde. Deze tactiek had wederom het gewone succesna verloop van eene voorbereiding door vuur van 20 minuten, ging de le com pagnie tirailleurs tot den storm over in sectiecolonne op geheelen afstand. De verdedigers van de tata, die ontmoedigd waren door de verliezen, welke onze artillerie hun berokkend had en die tegelijker tijd bemerkten, dat de spahis trachtten hunne terugtochtslijn naar het Westen af te snijden, ontvluchtten door de tegenovergelegen toegangspoorten, ons daarbij een groot getal gevangenen achterlatende. Deze, door den com mandant Yallière krachtig doorgezette aanval had hem slechts enkele lieden gekost, die licht gekwetst waren. De 2e colonne hernam dadelijk haren marsch en, niettegenstaande hare groote vermoeidheid, bereikte zij Sanoundè tegen half twee in den namid dag'. Na eenige uren zag zij zich vereenigd met de spahis van de spits der le colonne, die haar bivouak op korten afstand betrok. IX. Dianna. Achtervolging van den Marabout. In den avond van 24 December waren de colonnes te Sanoundè vereenigd. De berichten omtrent den Marabout en zijne plannen waren nog steeds even vaag. De gevangenen beweerden, dat Mahmadou-Lamine zijne ge- heele macht te Dianna verzameld had, dat de bewoners der ontruimde dorpen allen hij hem waren, dat de landstreken, Gatnon, Nieri, Tiali, Diakha, Tenda en Badon al hunne hrijgslieden hadden gezonden, en dat onze tegen stander ons aan hun hoofd opwachtte in zijne versterkingen te Dianna, die zij als zeer geducht voorstelden. Het was onmogelijk lieden van Bontou over te halen om zich voorwaarts van de colonne te hegeven, ten einde ons omtrent de juiste ligging te onderrichten. Zoowel de gevangenen als de gidsen weigerden. Trots alle beloften en bedreigingen weigerden zij zelfs een onzer officieren te begeleiden, dien ik gedurende den nacht als inlander verkleed op verkenning wilde uitzenden. Slechts met de geheele colonne wilden de gidsen voorwaarts gaan. Wanneer men hen bedreigde, wierpen zij zich ter aarde, zeggende, dat men hen dooden kon, indien men zulks wilde, maar dat zij geen stap in de richting van Dianna deden. De gevangenen verklaarden intussehen allen, dat er onder de volgelingen van den Marabout geene groote eensgezindheid heerschte. De eene helft, zijne volgelingen uit Diafounou en de Sarracoolsche landen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 194