De luitenant-kolonel Croes, die reeds in 1849 als majoor het korps gecommandeerd had, volgde den overste Stroo op, en onder zijn bestuur, in October 1856, werd het 9C Bataljon Infanterie gereorganiseerd en zoude het voortaan heeten: 4e Bataljon Infanterie. De reorganisatie zelve kwam neer op het vermeerderen van het Amboineesch element tegen vermindering van het aantal Eu- peanen, zoodat reeds korten tijd daarna de sterkte van het korps bedroeg 215 Europeanen tegen 609 Amboineezen. Den 13eu Juli 1857, nadat de luitenant-kolonel Croes op verzoek eervol uit den militairen dienst ontslagen was, kwam het bevel over het 4e Bataljon in handen van den overste Yan W e 1 ijdie den 5en September als zoodanig optrad. Het was in die dagen, dat de generaal Van Swieten als com mandant van Sumatra's We s tku s t aan het Legerbestuur schreef, welke schoone resultaten in zijn commandement waren verkregen door de oprichting van spaarbanken en afschaffingsgenootschappen en dat het Legerbestuur naar aanleiding hiervan een en ander aau de andere korpsen aanbeval. Hoe de proef bij het 4e Bataljon uitviel, vinden wij aldus vermeld „De koffij- of leeskamer is zeer doelmatig ingericht en dient tot „verpoozing van den soldaat in zijne ledige uren, wanneer hij zich „binnen het kwartier moet ophouden. „Daar vindt hij lectuur, onschuldige spelen, zooals dam-, kien- en „dominospelde bediening is opgedragen aan een Europeesch soldaat, „welke aan zijn gasten niets anders verstrekt, als: koffij, thee, „limonade, tabak en sigaren tegen zeer billijke prijzendeze persoon „behoort tot de afschaffers en geeft door zijn goed voorbeeld ruime „mate van tevredenheid. „Er heerscht eensgezindheid onder zijn begunstigers, waardoor dan „ook die koffij- of leeskamer altijd ruim bezocht is, vooral van 's avonds „810 uur. Men geloofc zich, er binnentredende, verplaatst in eene „hollaudsche cantine. De goede, doelmatige verlichting, gepaard met „de gunstige bepaling, dezelve tot des avonds 10 ure geopend is, in „verband met de ligging van het gebouw binnen het fort zijn zeker „omstandigheden, welke men almede als oorzaak van het drukke „bezoek niet mag over het hoofd zien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 19