184
De rijdende artillerie in Zweden, Oostenrijk en Italië daalde af
tot een kaliber van 7,5 cM., hetgeen, op den korten afstand waarop
de rijdende artillerie gewoonlijk vuurt, geen verschil met zwaardere
kalibers in trefkans oplevert, maar daarentegen zeer voelbaar is in
de projectiel-uitwerking. Waar een bedekt, doorsneden of zwaar ter
rein den aanvaller van den verdediger scheidt, daar is bovendien een
klein emplacement voor de artillerie spoediger en gemakkelijker
gevonden dan een groot; ook hier springt het voordeel in het oog
van een zwaar kaliber, dat door middel van enkele stukken de taak
van talrijke lichte stukken (waar geen plaats voor is) overneemt;
kleine kalibers moeten aan quantiteit goedmaken wat hen ontbreekt
aan qualiteit (1). En als men de vechtwijze der rijdende batterijen
goed inziet, zal men toegeven dat in vele en juist in de meest be
slissende oogenblikken bij de groote snelheid van beweging der
doelen en de snel afwisselende afstanden waarop gevuurd wordt
reeds uit gebrek aan tijd de volle trefkans (2) van het projectiel niet
kan worden benut; verder zal men dan toegeven dat het in den strijd
der rijdende artillerie in hoofdzaak aankomt op het aanbrengen van
enkele schoten, die echter zoo werkzaam, mogelijk moeten zijn.
De bovenvermelde beginselen vastgesteld hebbende, gaan wij over
tot eene beschouwing van hetgeen de verschillende mogendheden op
het gebied der geschutconstructie gewrocht hebben. Allereerst trekt
Spanje onze aandacht.
Een tiental jaren geleden verhieven zich iu Spanje stemmen tegen het
feit, dat de regeering bij Ivrupp kanonnen kocht, gegoten uit de ertsen
yanSpanje. Dat de weermiddelen van het land, geput
uit den eigen grond, niet dan tegen geld van vreemden konden
worden teruggekocht, dat kwam den Spaanschen nationaaltrots te
na. Instede echter van overijld een nieuw stalen geschutstelsel te
scheppen, bedachten de Spaansche constructeurs een middel om den
overvloed van oude gladde gietijzeren kanons (Spanje was in 1882
(lj Het Russische cavaleric-kanon heeft slechts 19 kalibers lengte; door de
geringe lengte der ziel is iets van de gestrektheid der baan en iets van de
trefkans opgeofferd; maar de projectiel-uitwerking is behouden gebleven. (Stipzicz,
Mittheilungen 1884.)
(2) Onder „trefkans" te verstaan de trefkans van het volle projectiel; een zwaar
springprojectiel niet veel scherven of kogels treft in de practijk meer dan een licht,