10 Eindelijk, den 24en October 1859, ging het bataljon scheep. De officieren, die bij het 4e Bataljon waren ingedeeld, waren: Majoor Kroesen, commandant. 1° luitenant Hub eek, bataljons-adjudant. le Compagnie. Kapitein Saueressig, le luitenant Roijen, 2e luitenant Van Aalst, 1 adjudant-dienstdoend officier, benevens 97 onderofficieren en manschappen. 2e Compagnie. Kapitein Westenberg, le luitenant Van Huls, 2e luite nant Mac Grillav rij1 adjudant-dienstdoend officier, benevens 116 onderofficieren en manschappen. 3e Compagnie. le luitenants Gerlach en Rakarias, en 123 onderofficieren en manschappen. 4e Compagnie. Kapitein Van Os, le luitenants Bogaert en Meij er, 1 adju dant-dienstdoend officier, benevens 122 onderofficieren en manschappen. 5e Compagnie. Kapitein Verhoeff, le luitenant De Paauw, 2e luitenants Van der Swaagh en Rövekamp, benevens 126 onderofficieren en manschappenen 6e Compagnie. Kapitein Kornelissen, le luitenants Catenius en De Penasse, 1 adjudant-dienstdoend officier, benevens 114 onderof ficieren en manschappen. Het 4e Bataljon ging dus te velde met 26 officieren benevens 698 minderen. Kapiteiu Meijners, 2° luitenant Chambrij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 21