208
men slechts met eene geringe wijziging van het kanon den voorgestelden
opzet kan beproeven. Indertijd zijn alle richtmiddelen bij de kanonnen
van 24 cM. Y. plaatselijk aangebracht, zoodat tegen de voorgestelde
wijziging der richtmiddelen bij die van 7 cM. A. geen bezwaar
kan bestaan.
Nu blijft nog over den dwarsarm van den opzet zoodanig te wijzigen,
dat men 2 buitengewone correctiën kan aanbrengen zonder iets in
het geheugen te prenten of op te schrijven.
Daartoe moet de dwarsarm met oogdop en schroef in zijn geheel
verschuifbaar worden gemaakt. De beweeglijke dwarsarm krijgt dan
aan de achter- en voorzijde eene verdeeling in 0/oo van de richtas. De
eerste verdeeling dient om de abnormale correctie te geven, welke in
het commando wordt aangeduid, en de laatste om te kunnen contro
leeren, of de dwarsarm ook tijdens het vuren verschuift, en bovendien
om bij eventueele verwisseling van opzet dadelijk de correctie voor
het hulprichtpunt te kunnen overnemen.
In gewone omstandigheden heeft de richter dus niets te maken met
de voorste verdeeling. Om bij eene dergelijke inrichting van dwars
arm den oogdop op een hulprichtpunt te richten, versehuift men den
lossen dwarsarm in zijn geheel zóó ver zijdelings tot de vereischte
richting is verkregen en zet hem daarna steyig vast. Wordt dan later
eene abnormale correctie gecommandeerd, dan draait de richter aan
de schroef, die den oogdop in beweging brengt, en stelt de pijlstreep
op het getal dat wordt gecommandeerd.
Met eene dergelijke inrichting van opzet is het zeer gemakkelijk
voor de sectie- en stukscommandanten, om de richters te controleeren,
daar O. H. en correctie steeds op de gecommandeerde getallen staan.
Een bepaalde fout, welke men met den tegenwoordigen opzet
maakt bij het inschieten met een hulprichtpunt, is de volgende. Stel
dat de opzet van het le stuk op 1500 M. is gesteld, dan richt het
6C stuk met 2000 M. O. H. Neemt nu dit laatste stuk een hulp
richtpunt aan, dat bijv. op 1000 M. vóór de monding en 9 M. boven
het doel ligt, dan moet de opzet, om op dat hulprichtpunt gericht te
zijn, 9 %0 zakken. Raadpleegt men nu de schootstafel (7 cM. A. Veld),