12 Pasempa en Pampenoea gemarcheerd, alwaar de oorlog werd geëiudigd verklaard. Een gevolg hiervan was een reëmbarkement van de troepen en zoo was op 3 Maart 1860, na heel wat misères op de koopvaardij schepen te hebben doorstaan, het 4e Bataljon voor het grootste deel weder in zijn nieuw garnizoen op Java, te Willem I. Iloe de Hooge Regeering over de verrichtingen in Boni van het 4e Bataljon tevreden was, blijkt, dunkt ons, het best uit de daar voor geschonken decoratiën. De zes kapiteins Yan Os, Meijners, Saueressig, Kome lissen, Westenberg en Verhoeff, zoomede de le luitenants De Paauw en Yan Huls ontvingen de Militaire Willems orde; de le luitenant Roijen een eeresabel, de luitenants Catenius, Yan Aalst en Rövekamp eene eervolle ver melding. Yan de minderen werden gedecoreerd met de Militaire Wil lemsorde: de adjudant-onderofficier Yan der Haak en sergeant Smit, ter wijl zijn collega Mellema eervol vermeld werd met de sergeanten-ma joors Kruijt en De Bruijn, de flankeurs Bierschi! en Veere. Medailles van moed en trouw bekwamen: de le luitenant Meijer, de hoornblazers Makatita en Pan- galila en de fuseliers Lest un ij, Makapuan, Lepet, Suat, Pattimukaij, Par era, Panlidoe, Nunameto, Lasut, Simon, Tamboewoe, Tanoelang en Worotjitjan, terwijl mede van het Amboineesche element eervol werden vermeld: de sergeanten Tamte, Rambian en Tono Etang en de fuseliers De Kweljo, Some ij o, Tiwon en Kouwman. Gedurende de expeditie waren gesneuveld de Eur. fuselier L o m an en de Amboineesche fuseliers Pernuta en Pitersalie, terwijl behalve de beide reeds hiervoren genoemde officieren waren gewond geworden de Eur. sergeant Weikh, de Europ. korporaal Smit, de Eur. fuseliers Graf, Hort en Huber, zoomede de Amboineesche ser geant Rambian en de Amboineesche fuseliers Lente, Suat,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 23